Les 4 tafels maken met Excel

Tafels maken met Excel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
InformatiekundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tafels maken met Excel

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • absentie/ lesdoelen
  • theorie
  • zelf aan de slag
  • check lesdoelen
  • einde les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • een tabel maken in excel en opmaken
  • weet je het verschil tussen een rij, cel en kolom
  • kan je de vulgreep gebruiken

Slide 3 - Slide

Excel
Dit is een rekenprogramma dat je onder andere kan gebruiken om snel formules uit te rekenen, overzichten te maken van getallen (zoals geldbedragen) en tabellen om te zetten naar grafieken.

Op school gebruik je Excel bij vakken als ondernemen, Zorg en Welzijn PGP, wiskunde, biologie, natuurkunde en economie.

Slide 4 - Slide

Open Excel,  links onderin




  • Je kan ook via de OneDrive een nieuw Excel bestand openen, klik dan op 'Bewerken' en 'Open in de desktop app' om Excel op die manier te openen.

  • Open een leeg bestand en sla deze op in je OneDrive> Informatiekunde> oefen(jenaam)

Slide 5 - Slide

Open Excel vanuit je startscherm, niet online!
Kies voor nieuw.

Slide 6 - Slide

Verschil tussen een cel, rij en een kolom
Ho

Slide 7 - Slide

Neem de geel gekleurde tekst over in de cel! Dus B2 (tafel van 1), G2 (tafel van 2 etc.)

Slide 8 - Slide

Vulgreep
  • Met de vulgreep kun je heel snel en eenvoudig gegevens kopiëren naar andere cellen. Je kunt ook gegevens uitbreiden met de vulgreep.
  • Je gebruikt de vulgreep door met je cursor op de hoek rechtsonder in de geselecteerde cel te zweven, je ziet dan een zwarte +

Slide 9 - Slide

Typ 1 in cel B3

Slide 10 - Slide

Ga in cel B3 staan en pas de vulgreep toe t/m B12

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Pas de vulgreep toe bij de gele cellen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Formules
Zoals eerder al gezegd kan je Excel gebruiken om formules uit te rekenen. Om aan Excel duidelijk te maken dat je een formule (rekensom) in de cel gaat zetten, begin je altijd met een =

Andere tekens die je vaak gebruikt zijn + (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen) en / (delen). Als je hele grote formules maakt kan je ook stukken tussen haakjes zetten.

Slide 15 - Slide

Vul nu in cel E3 = en selecteer B3, typ * en selecteerD3 en druk op enter

Slide 16 - Slide

Pas nu de vulgreep toe E3 t/m E12

Slide 17 - Slide

Maak nu de tafels van 2 t/m 6 met de vulgreep

Slide 18 - Slide

Maak nu de tabellen op
selecteer eerst de tafel

Slide 19 - Slide

Maak nu de tabellen op
Ga naar celstijlen en kies voor invoer. Doe dit bij alle tafels.

Slide 20 - Slide

Check Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • een tabel maken in excel en opmaken
  • weet je het verschil tussen een rij, cel en kolom
  • kan je de vulgreep gebruiken

Slide 21 - Slide