oefenen verzorgingsstaat vwo 4

Liberale verzorgingsstaat
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat
Corporatistische verzorgingsstaat
Welke landen horen bij deze verzorgingsstaten?
Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Canada
Noorwegen, Zweden en Finland
Duitsland
1 / 22
next
Slide 1: Drag question
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Liberale verzorgingsstaat
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat
Corporatistische verzorgingsstaat
Welke landen horen bij deze verzorgingsstaten?
Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Canada
Noorwegen, Zweden en Finland
Duitsland

Slide 1 - Drag question

This item has no instructions

Socialisme
Liberalisme
Confessionalisme (christen-democraten)

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

sociaaldemocratische verzorgingsstaat
liberale verzorgingsstaat
conservatief-
corporatistische 
verzorgingsstaat
traditionale gezin centraal
veel belasting
Gelijkheid belangrijke waarde
beperkte sociale zekerheid
mensen kunnen eigen keuzes maken
Minder werkende vrouwen

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Scandinavische verzorgingsstaat
Liberale verzorgingsstaat
Conserva
tief/
corporatis- tische verzorgingsstaat 

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is GEEN sociale verzekering?
A
WW
B
WIA
C
AOW
D
Bijstand

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Leerplichtwet
Verzorgen
Verzekeren
Verheffen
Verbinden
Premie voor werkloosheidsuitkering
Vaderschapsverlof betaald door werkgevers en werknemers
De Nederlandse kernwaarden leren
Extreem hoge tandartskosten voor een kunstgebit betaald door de overheid  
Minder bezuiniging op theatergezelschappen

Slide 6 - Drag question

Koppel het voorbeeld aan de juiste functie van de verzorgingsstaat.
De WW-uitkering heeft een
A
minumimbehoeftefunctie
B
loondervingsfunctie
C
equivalentiebeginsel
D
solidariteitsbeginsel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De bijstand is gebaseerd op:
A
loondervingsfunctie en het solidariteitsbeginsel
B
minimumbehoeftefunctie en het equivalentiebeginsel
C
loondervingsfunctie en het equivalentiebeginsel
D
minimumbehoeftefunctie en het solidariteitsbeginsel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

2.3
Algemene Ouderdomswet (AOW)
Collectief pensioen
Privaat pensioen
Kapitaaldekkingsstelsel = je bouwt zelf je eigen pensioen op
Omslagstelsel = premies in een jaar worden gelijk gebruikt voor de uitkeringen in datzelfde jaar

Kapitaaldekkingsstelsel = je bouwt zelf je eigen pensioen op
Intergenerationele solidariteit = solidariteit tussen jongere en oudere generaties
van de overheid
bedrijfspensioen, via je werkgever

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

De politiek over het welzijnsdilemma
Links
Midden
Rechts
Bestaans-
zekerheid
Eigen verantwoordelijkheid
Solidariteit

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Liberalisme
Sociaal-democratie 
Christen-democratie 
Christelijk geloof en naastenliefde 
Gelijkheid en solidariteit 
Vrijheid

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Nederland is een verzorgingsstaat.
Wat is een verzorgingsstaat?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is het dilemma van het sociaal minimum?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is
vergrijzing?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een voorbeeld waarbij de interdependentie toenam

Slide 15 - Open question

tijdens de industriële revolutie
door het verbreden van de dienstensector
De overheid wil de kwalificatieplicht verhogen naar 21 jaar. In dit een goed idee voor de verzorgingsstaat?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

De overheid kan maatregelen nemen die leiden tot nivelleren of 
denivelleren van inkomen. Hieronder staan drie maatregelen genoemd. Sleep ze naar de juiste kolom.





Nivellering
Denivellering
Over de eerste
€ 10.000 van het inkomen hoeft niemand belasting te betalen. 

Een kok en een bankdirecteur krijgen beide € 100,- loonsverhoging
Het belastingpercentage in de hoogste schijf gaat omlaag van 52% naar 50%.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

De mate waarin een samenleving onafhankelijk is van de markt noemen we:
A
Decommodificatie
B
Decontractie
C
Commodificatie
D
Dementors

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lees de bron.
a. Op welk type verzorgingsstaten lijkt de kritiek van Dalrymple zich te richten?
b. Voor welk type zal hij een voorkeur hebben?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Geef aan of de volgende begrippen kenmerkend zijn voor een Scandinavisch, Angelsaksisch, Continentaal of Mediterraan type verzorgingsstaat:

gelijkheid, mantelzorg, markt, arbeidsparticipatie van vrouwen, individuele vrijheid, vrijwilligersorganisaties, vakbonden, hoge belastingen.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

WW-uitkering
ZW-uitkering
WIA-uitkering
Geen uitkering
Pjotr heeft geld van zijn werkgever gestolen en wordt op staande voet ontslagen
Minke heeft een ernstig ongeval op haar werk gehad, waardoor ze nooit meer kan werken. Na 2 jaar is haar contract ontbonden.
Khalid heeft een tijdelijk contract. Een maand voordat zijn contract afloopt, wordt hij ernstig ziek. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis en zijn contract wordt niet verlengd.
Neeltje werkt voor een bedrijf dat verlies lijdt. Het bedrijf besluit een deel van de werknemers te ontslaan, waaronder Neeltje.

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Leg uit dat bij de bestrijding van Corona ook de sociale cohesie een grote rol speelt. Gebruik in je antwoord één van de vier functies van de verzorgingsstaat.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions