Reacties

1 / 28
next
Slide 1: Video
ChemieSecundair onderwijs

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Welke factoren veroorzaken
de explosieve reactie?

Slide 2 - Mind map

Reacties

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Botsingsmodel
• De reagentia moeten met elkaar botsen.
• De reagentia moeten op de juiste manier met elkaar botsen (oriëntatie)
• De reagentia moeten met voldoende energie met elkaar botsen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Er zijn verschillende factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden. Kan je er zelf enkele bedenken?

Slide 7 - Open question

Wat steek je het makkelijkst in brand?
A
houtsnippers
B
houtblokken

Slide 8 - Quiz

Factoren die reactiesnelheid beïnvloeden
1) verdelingsgraad
-> Hoe kleiner de deeltjes hoe groter de verdelingsgraad van een stof is en hoe sneller de chemische reactie loop
-> Aantal botsingen neemt toe

Slide 9 - Slide

Tijdens een tuinfeestje ben jij verantwoordelijk voor de BBQ. Je krijgt de BBQ wel in gang, maar de houtskool brandt toch niet zo goed als je zou willen. Het vuur is veel te zwak. Wat doe je om dit probleem VEILIG op te lossen?
A
Je gooit extra houtskool op het vuur
B
Je blaast voorzichtig in het vuur
C
Je giet white spirit op het houtskool
D
Je doet een deksel op het vuur

Slide 10 - Quiz

Factoren die reactiesnelheid beïnvloeden
1) verdelingsgraad
2) concentratie
-> concentratie zuurstof verhogen geeft hogere reactiesnelheid
-> poedersuiker video: als het poedersuiker te ver uit elkaar was zou de reactie niet blijven doorgaan


Slide 11 - Slide

Welke voorwaarde van het botsingsmodel verklaart dat de toename van de concentratie de reactiesnelheid doet toenemen?
A
Voorwaarde 1: De deeltjes moeten botsen.
B
Voorwaarde 2: De deeltjes moeten met de juiste oriëntatie botsen.
C
Voorwaarde 3: De deeltjes moeten met voldoende energie botsen.

Slide 12 - Quiz

Welke stelling is juist?
Door een stijging van de temperatuur:
A
stijgt de chemische energie van de deeltjes
B
stijgt de potentiële energie van de deeltjes
C
stijgt de kinetische energie van de deeltjes
D
daalt alle energie van de deeltjes

Slide 13 - Quiz

Welke stelling is juist?
Toename van de kinetische energie betekent dat:
A
deeltjes omhoog gaan bewegen
B
deeltjes sneller gaan bewegen
C
deeltjes trager gaan bewegen

Slide 14 - Quiz

Welke stelling is juist?
Doordat de deeltjes sneller bewegen:
A
zijn er meer botsingen
B
zijn er meer botsingen met minder energie
C
zijn er minder botsingen
D
zijn er meer botsingen met ze botsen met meer energie

Slide 15 - Quiz

Welke stelling is juist?
Meer botsingen met meer energie leiden tot:
A
toename van de warmte
B
toename van de reactiesnelheid
C
afname van de warmte
D
afname van de reactiesnelheid

Slide 16 - Quiz

Factoren die reactiesnelheid beïnvloeden
1) verdelingsgraad
2) concentratie
3) temperatuur


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Factoren die reactiesnelheid beïnvloeden
1) verdelingsgraad
2) concentratie
3) temperatuur
4) katalysator


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Welke stelling is juist?
Meer botsingen met meer energie leiden tot:
A
toename van de warmte
B
toename van de reactiesnelheid
C
afname van de warmte
D
afname van de reactiesnelheid

Slide 21 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
Bij vrieskou werkt de autobatterij minder goed waardoor de wagen soms niet meer kan starten.
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 22 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
Het fijne poedersuiker in suikerfabrieken vormt een ernstig risico voor stofexplosies.
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 23 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
Metalen voorwerpen roesten niet of minder snel door ze te schilderen.
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 24 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
Bepaalde enzymen in wasmiddelen zorgen dat je de was kan doen op lagere temperatuur
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 25 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
Een vuurspuwer spuwt geen vuur, maar een brandbare stof die vuur vat.
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 26 - Quiz

Welke factor beïnvloed hier de reactiesnelheid:
In een (niet elektrische) wagen worden schadelijke uitlaatgassen omgezet in minder schadelijke uitlaatgassen
A
verdelingsgraad
B
concentratie
C
temperatuur
D
katalysator

Slide 27 - Quiz

Wat waren de 3 voorwaarden uit het botsingsmodel?

Slide 28 - Open question