Les 3 - klinkers en medeklinkers

Werkwoordspelling
Les 3

Maak tijdens deze les aantekeningen!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Les 3

Maak tijdens deze les aantekeningen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Doelen:
Je kunt klinkers en medeklinkers herkennen.

Je weet het verschil tussen korte en lange klanken.

Slide 2 - Slide

Noem 3 klinkers!

Slide 3 - Mind map

Wat zijn medeklinkers?

Slide 4 - Open question

Klinkers & medeklinkers

Slide 5 - Slide

Klinkers en medeklinkers
In het alfabet staan klinkers en medeklinkers. 

Een klinker kun je altijd gewoon uitspreken. 
Alle Nederlandse klinkers zijn: a, e, o, u en i. 

Een medeklinker heeft een andere letter nodig voor je hem kunt uitspreken: m wordt em, p wordt pee.


Slide 6 - Slide

Klinkers en medeklinkers
Sommige woorden bestaan alleen uit klinkers: 
ui, ei, aai.

Andere woorden bestaan uit klinkers en medeklinkers: 
buiten, meiden, graaien.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Woorden met één klinker
Woorden met twee klinkers
Klaas
     nog
zuurtjes
   haar
    Pim
   twee
     bal
     heb
   geeft
    oom
      ik
      je

Slide 9 - Drag question

Korte en lange klanken
-  Met klinkers kun je lange en korte klanken maken.

Korte klanken: bank, bed, post, vis
Lange klanken: kaart, feest, stuur
Combinatie: lantaarn, kantoor, alleen

Slide 10 - Slide

Het woord 'bord' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 11 - Quiz

Het woord 'kleed' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 12 - Quiz

Het woord 'aanrecht' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 13 - Quiz

Het woord 'tafel' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 14 - Quiz

enkele of dubbele klinker
  • klinkers zijn a - e - i - o - u
  • Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klank aa - ee - ie - oo -uu
     dan
     schrijf a - e - i - o -u
     Bijvoorbeeld: kken - schten - prgraaf - dcment 

  • Hoor je in het midden van een klankgroep een lange klank aa - ee - ie - oo - uu
     dan 
     schrijf je aa - ee - ie - oo - uu
     Bijvoorbeeld: laag - be loof - ge daan - to neel

Slide 15 - Slide

dubbele medeklinker
  • Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klank: a - e - i - o - u
  • dan
     Verdubbel je de medeklinker
     Bijvoorbeeld: pen - pe nnen, wil -wi llen, bus - bu ssen, her ken - her ke nnen

  • Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klank:  a - e - i - o - u 
      en
      staan er al 2 of meer medeklinkers
      dan 
      doe je niets.
      Bijvoorbeeld: klompen, wandel, varken

Slide 16 - Slide

Schrijf het meervoud van:
'boterham'

Slide 17 - Open question

Schrijf het meervoud van:
'spreek'

Slide 18 - Open question

Schrijf het meervoud van:
'blaas'

Slide 19 - Open question

Schrijf het meervoud van:
'verbod'

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide