28. Thema 5- week 2 - les 6 Woorden die eindigen op -tie

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Herhaling

Korte klanken

- a, e, i, o en u > bak, lek, pit, kop, mug

Lange klanken 

- aa, ee, ie, oo, uu >  kaas/slapen, streep/weten, gitaar

Tweeklanken

- ei/ij, au/ou, ui > weinig/snijden, saus/kousen, fruit 

Woorden met korte klanken 

Zak - Zakken, Plek - Plekken

Volgt na een lettergreep met een korte klinker

dan verdubbelt de medeklinker achter die korte klinker

Balk - Balken, Plank - Planken

Nu is er geen korte klank aan het einde van de klankgroep

Leerdoel

Ik kan woorden met een korte of lange klank aan het einde van een klankgroep correct spellen.

KLINKERS EN MEDEKLINKERS

Ons alfabet bestaat uit twee soorten letters:

klinkers en medeklinkers.

Om goed te kunnen spellen is het belangrijk om te weten welke letters de klinkers en welke de medeklinkers zijn.

De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn paars.

(au & oei zijn de klinkers)

KORTE EN LANGE KLINKERS

EN TWEEKLANKEN

Onze taal kent korte en lange klinkers en tweeklanken.

Korte klinkers zijn: a e u o i

Lange klinkers zijn: aa ee uu oo

Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klinkers:

ij ei ie ui ou au oe eu

LANGE EN KORTE KLANKEN

Wij gaan buiten spelen = lange klank (klinkt lang)

spe - len

Wij doen twee spellen = korte klank (klinkt kort)

spel -len

 

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten

Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

REGEL KORTE KLANK

o i e a u

Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.

Bij korte klanken zoals: a e o i u

zet ik twee medeklinkers, lekker puh!

REGEL TWEEKLANKEN

Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.

luister - keuken - ruiken - kijken -

reiken - houten - pauken - zieken - koeken

Luister goed,

dan weet je hoe je het schrijven moet.

De a in 'hamer' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De u in 'muggen' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De o in 'spotten' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De e in 'wezen' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De a in 'bijna' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

1. scheidden
2. scheiden

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

1. spruiten
2. spruitten

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

1. leukke
2. leuke

Schrijf een woord op met een korte klank?

Schrijf een woord op met een O die lang klinkt als een OO

Schrijf een woord op met een E die lang klinkt als een EE

Schrijf een woord op met een U die lang klinkt als een UU

st__ken (lange klinker)

t__kken (korte klinker)

h__kken (korte klinker)

h__ken (lange klinker of tweeteken-klank)

de ..........

de ..........

deze ..........

het ..........

de ..........

lesdoel

Ik kan woorden die eindigen op -tie correct schrijven.

1. Felicitatsie
2. Felicitatie
3. Felicitati
4. Felicitasie

Wat heb jij nu geleerd?

WOORD 1

WOORD 2

WOORD 3

WOORD 4

WOORD 5

spelling

 Thema 5, week 2

Les 5 instructie en flitsles 5

overal 10 x plussen