What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WW: tt en vt
werkwoordspelling
A
De vuurkorf brande de hele avond.
B
De vuurkorf brandde de hele avond.
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
werkwoordspelling
A
De vuurkorf brande de hele avond.
B
De vuurkorf brandde de hele avond.
Slide 1 - Quiz
Slide 2 - Slide
Vandaag behandelen we
Werkwoordspelling
t.t. (tegenwoordige tijd)
v.t. (verleden tijd)
Slide 3 - Slide
Ik kan werkwoorden juist spellen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Video
De regels
Ik loop stam
Jij loop
t
stam + t
Hij/zij/het loop
t
stam + t
Wij/zij (meervoud) lopen hele werkwoord
loop je/jij stam
Let op:
loop
t
je moeder stam
Slide 6 - Slide
werkwoordspelling
A
Hij bediend de gasten
B
Hij bedient de gasten
Slide 7 - Quiz
werkwoordspelling
A
Hij onthoud zijn tekst .
B
Hij onthoudt zijn tekst.
Slide 8 - Quiz
werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 9 - Quiz
werwoordspelling
A
Ik brand mijn vingers
B
Ik brandt mijn vingers
Slide 10 - Quiz
werkwoordspelling
A
Wordt jij later beroemd?
B
Word jij later beroemd?
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
't ex kofschip
gebruik je bij zwakke werkwoorden
hele werkwoord - en
laatste letter in 't ex kofschip? -> te
laatste letter niet in 't ex kofschip? -> de
meervoud? +n
Let op: soms verandert de
s in een z en de f in een v
Slide 13 - Slide
werkwoordspelling
A
Max en Mohammed begeleiden oma gisteren naar huis .
B
Max en Mohammed begeleidden gisteren oma naar huis .
Slide 14 - Quiz
werkwoordspelling
A
Het rotsblok valde op de auto.
B
Het rotsblok viel op de auto.
Slide 15 - Quiz
werkwoordspelling
A
Hij vergrote zijn voorsprong.
B
Hij vergroote zijn voorsprong.
C
Hij vergrootte zijn voorsprong.
Slide 16 - Quiz
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.
Slide 17 - Quiz
WAT GEBEURT HIER???
verhuizen > ik verhuis
lozen > ik loos
durven > ik durf
zweven > ik zweef
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Voor mij was deze herhaling zinvol.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 20 - Poll
More lessons like this
WW: tt en vt
November 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Omnia college NE klas 1 werkwoordspelling kofschip
October 2017
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Omnia college NE klas 1 werkwoordspelling kofschip
April 2017
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Werkwoordspelling ISK
April 2023
- Lesson with
15 slides
Alfabetisering NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 2
Herhaling alles
August 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Herhaling alles
January 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1