Job (8) houdt zijn moeder erg in de gaten. Gaat niet op verkenning zoals leeftijdsgenootjes, maar zoekt veel nabijheid. Job raakt overstuur wanneer er iets onbekends op zijn pad komt of wanneer zijn moeder vertrekt. Bij terugkomst is hij moeilijk te troosten. Moeder is wat overbeschermend.
Van welke hechting is hier sprake?
B
Onveilig-gedesoriënteerd gehecht
C
Onveilig-ambivalent gehecht
D
Onveilig-vermijdend gehecht