Hechting en hechtingsstoonissen

Hechtingstypen en risico's

Vak: Hechting en Trauma
Leerjaar: 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hechtingstypen en risico's

Vak: Hechting en Trauma
Leerjaar: 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Kan je het verschil tussen veilige/onveilige hechting uitleggen.
  • Kan je verschillende hechtingsstijlen benoemen.
  • Heb je kennis van het begeleiden van kinderen met hechtingsproblematiek en en kan je die toepassen op een casus.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is hechting?
Hechting is de band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar. Het wordt ook wel gehechtheid of gehechtheidsrelatie genoemd.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Theorie vorige les                       e

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is hechting?
  •  Hechtingstheorie John Bowlby
  • Alle baby's hebben aangeboren neiging om te hechten aan een belangrijke volwassenen .
  • Degenen die je voeden, troosten en een gevoel van veiligheid geven.



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

01:07-05:44
(4min)
Laat het belang van sensitief, continuïteit en metalliseren zien
Veilige hechting
 - Ervaren dat ten minste een van de verzorgers er onvoorwaardelijk is.
- Goede hechting vormt een basis voor 
het groeien in de ontwikkeling.
- Kind ervaart dat fouten maken mag.
- Goede balans tussen troost en zelf ontdekken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorwaarden voor veilige hechting
 Sensitief reageren: Ouders staan open voor signalen van het kind, begrijpen signalen en reageren adequaat.
Continuïteit: Er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig.
Mentaliseren: Ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook.

Slide 8 - Slide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
     onderzoek hechtingstypen                


“Strange Situation Experiment”
in de jaren 70
Psycholoog Mary Ainsworth (student van John Bowlby)
door dit experiment zijn er verschillende hechtingstypen vastgesteld.






Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hechtingsstijlen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hechtingsstijlen Opdracht

Leg de juiste beschrijving bij de naam van de hechtingsstijl

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hechtingsstijlen volgens Ainsworth
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend (ambivalent) gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. 
Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen. = officiële hechtingsstoornis in DSM V


Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er als hier niet sprake van een veilige hechting?
Strange Situation Experiment
Een experiment in een laboratorium- setting

Doel : type gehechtheid vast te stellen
Uitgevoerd bij kinderen van 1 tot 1 ½ jaar

Op leeftijd van 6 jaar aangepast uitgevoerd (meestal hetzelfde)
Bij volwassenen een cognitie onderzoek: zij vertellen hoe ze gehechtheidsrelatie hebben ervaren met hun ouders.




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Strange Situation 
Een kind wordt in een ruimte geplaatst met moeder.
Ouder gaat even weg: het kind reageert / Ouder komt terug: het kind reageert.

Door middel van dergelijk onderzoek onderscheidde Mary Ainsworth verschillende hechtingstypen of hechtingsrelaties.

nu filmfragment Moderne herhaling van dit experiment

Zie het verschil van reactie van de verschillende kinderen.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Casus Sarah
Casus:
Sarah (4 jaar) valt van haar stoel. Ze zat te wiebelen. Haar knie doet erg pijn en ze huilt. Boos zegt haar moeder ''Jeetje, dat gejank van jou altijd. Had je maar niet zo moeten wiebelen. Eigen schuld!''
Moeder blijft zitten en vervolgt het gesprek met haar man.

Slide 16 - Slide

Antwoord: 
Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan?
A
Onveilig-vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Gedesorganiseerd gehecht

Slide 17 - Quiz

Waarom denk je dat?
Hechtingsstijlen
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend (ambivalent) gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.
(Ainsworth)

Slide 18 - Slide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Casus Sarah
Casus:
Als Sarah (4 jaar) naar bed gaat geeft haar moeder haar een dikke knuffel en wenst haar goedenacht. Sarah vertelt dat ze bang is en niet wilt slapen. De moeder valt uit en zegt dat ze niet zo stom moet doen, dat ze gek wordt van dat gezeur. Later heeft de moeder spijt van haar uitval en maakt ze Sarah wakker om haar nog een extra kus te geven. Sarah blijft verbaasd achter in haar bed en roept haar moeder weer. Ze sliep net en is nu weer wakker. Moeder roept van beneden dat Sarah geen klein kind meer is en dat ze moet gaan slapen.

Vraag: Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan? Waarom denk je dat?

Slide 19 - Slide

Antwoord: 
Welke hechtingsstijl zou hieruit kunnen ontstaan?
A
Onveilig-vermijdend gehecht
B
Veilig gehecht
C
Onveilig-afwerend gehecht
D
Gedesorganiseerd gehecht

Slide 20 - Quiz

Waarom denk je dat?
Hechtingsstijlen
Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen: gehechtheid geminimaliseerd, ervaren ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen: Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Exploreren -> angstig -> toenadering bij terugkomst->  exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen: heel veel toenadering bij de opvoeder, weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder -> angst. Terugkeer -> boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen: gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Zoeken toenadering tot de ouder -> stress en angst. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar. Vaak sprake van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.
(Ainsworth)

Slide 21 - Slide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Kenmerken onveilige hechting
 - Claimgedrag t.o.v. ouder/verzorger
- Op ongewenste manier aandacht zoeken
- Leerproblemen, concentratieproblemen
- Impulsief en agressief gedrag
- Moeilijkheden in contact met leeftijdsgenoten
- Moeilijkheden in het vertrouwen van anderen
- Problemen in gewetensontwikkeling
- Niet om kunnen gaan met affectie
- Liegen, bedriegen, manipuleren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

00:00-04:07

Hoe kunnen hechtingsproblemen er nu uitzien?

Koppeling: wat is er belangrijk in de omgang met deze kinderen?
Begeleiding kinderen/jongeren met hechting


Bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen het vertrouwen in de wereld en in zichzelf.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsproblematiek?
WAT:
1. Werk samen in dezelfde tweetallen.
2. Zoek samen op wat belangrijk is in de begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsproblematiek.

HOE:
3. Zet de antwoorden in het woordweb op de volgende dia.

TIJD:
4. 10 min 

OPBRENGST:
5. Kennis over de begeleiding  van kinderen met hechtingsproblematiek.

Slide 25 - Slide

Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens
Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen met hechtingsproblematiek?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Antwoorden: Wat is belangrijk in de begeleiding van kinderen met hechtingsproblematiek?
- Vertrouwen opbouwen
- Grenzen stellen
- Voorspelbaarheid
- Structuur
- Voorbeeldfunctie
- Sensitief en responsief reageren
- Inspelen op de behoeften van het kind/jongere

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

hechtingsproblemen bij jullie doelgroep 
 

kenmerken bij volwassenen
eigen ervaringen
leergesprek over begeleiding/ uitdagingen


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hechtingsproblematiek bij volwassen
- Bindingsangst.
- Verlatingsangst.
- Gevoelig voor stress.
- Negatief beeld van anderen.
- Negatief zelfbeeld.
- weinig vertrouwen
 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

hechtingsproblemen bij jullie doelgroep 
 
eigen ervaringen

leergesprek over begeleiding/ uitdagingen


Slide 30 - Slide

This item has no instructions