Passé composé (verleden tijd)
De passé composé is de verleden tijd.
Die bestaat uit een hulpww (avoir/être) + voltooid deelwoord.
Het hulpww verandert per ww en onderwerp.
Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde.
Bijv. Ik heb verloren = J'ai perdu
Zij heeft verloren = Elle a perdu