afscheid Sanne

                      afscheid Sanne
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MentorlesSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                      afscheid Sanne

Slide 1 - Slide

Sanne werkt in de groepen?
A
03
B
02
C
03 en 04
D
C1

Slide 2 - Quiz

Sanne haar huisdier:
A
poes
B
cavia
C
muis
D
goudvis

Slide 3 - Quiz

Hoeveel broers heeft Sanne
A
2
B
1
C
0
D
6

Slide 4 - Quiz

Heeft Sanne een pleegzusje die bij ons op school heeft gezeten?
A
ja
B
nee
C
natuurlijk niet
D
nooit

Slide 5 - Quiz

Sanne zit op:
A
tennis
B
handbal
C
trefbal
D
volleybal

Slide 6 - Quiz

Sanne gaat na de zomervakantie
A
lekker luieren en niets doen
B
op wereld reis
C
genieten van haar vrije tijd
D
op een andere school werken

Slide 7 - Quiz

Sanne kan heel goed:
A
nakijken
B
kopiëren
C
lekkere koffie maken
D
werken met een groepje leerlingen

Slide 8 - Quiz

met gym doet Sanne het liefst
A
paaltjes voetbal
B
turnen
C
trefbal
D
met de touwen

Slide 9 - Quiz

Sanne heeft in 03
A
haar eigen bureau
B
haar eigen nietmachine
C
haar eigen kleurpotloden
D
haar eigen stoel

Slide 10 - Quiz

Moet Sanne een mop vertellen?
ja
nee

Slide 11 - Poll

Sanne gaat in de vakantie
A
liggen aan het zwembad
B
wandelen in de bergen
C
op fietsvakantie
D
in de tuin in de zon liggen

Slide 12 - Quiz

Wie of wat gaat Sanne het meeste missen
A
kopiëren
B
Kristin
C
gaatjes maken
D
ons

Slide 13 - Quiz

Sanne vond het leukst op de Stormvogel
A
schoolkamp
B
gymmen
C
grapjes maken
D
leerlingen plagen

Slide 14 - Quiz

Sanne speelt
A
trompet
B
piano
C
gitaar
D
drumstel

Slide 15 - Quiz

Sanne is
A
lui
B
fanatiek
C
chagrijnig
D
eenzaam

Slide 16 - Quiz

Sanne is de favoriet van welke bovenbouw leerling?
A
Mark
B
Daan
C
Cas
D
Sven

Slide 17 - Quiz

Hoe komt Sanne niet naar de Stormvogel
A
motor
B
auto
C
wandelen
D
meerijdend

Slide 18 - Quiz

Sanne is gek op hardlopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wij gaan Sanne
A
missen
B
uitzwaaien
C
een hand geven
D
misschien knuffel geven

Slide 20 - Quiz