tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2-4

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Welk signaalwoord geeft de opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Welk signaalwoord geeft het toelichtend verband aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......

1. Opsommend verband
2. Toelichtend verband
3. Chronologisch verband
4. Voorwaarde

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....

1. Opsommend verband
2. Chronologisch verband
3. Tegenstellend verband
4. Conclusie

Noem vier tekstverbanden

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....

1. Opsommend verband
2. Conclusie
3. Toelichtend verbad
4. Tijdsvolgorde (chronologie)

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......

1. Opsommend verband
2. Toelichtend verband
3. tegenstellend verband
4. Chronologisch verband

Wat ging goed deze les en waarom ging dat goed?

Wat kon jij beter doen deze les? Waarom ging dat niet zo goed?

Als je hebt samengewerkt , wat ging er dan goed?

Waarom ging dat goed?

Welk cijfer geef jij jezelf voor je inzet in deze les?