ontleden pv wwg o lv mv

ontleden HV
werkwoorden
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

ontleden HV
werkwoorden
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

werkwoorden
woorden die een handeling aangeven -> doe woorden

persoonsvorm
infinitief / hele werkwoord
voltooid deelwoord
scheidbaar samengesteld werkwoord

Slide 2 - Slide

persoonsvorm ( pv )
welke manieren kun je gebruiken om de persoonsvorm te vinden?

Slide 3 - Slide

persoonsvorm ( pv )
welke manieren kun je gebruiken om de persoonsvorm te vinden?

tijdsproef
zin vragend maken
(getalproef)

Slide 4 - Slide

werkwoordelijk gezegde {    }
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Slide 5 - Slide

werkwoordelijk gezegde {    }
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

persoonsvorm+ alle werkwoorden in de zin

Slide 6 - Slide

onderwerp (    )
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 7 - Slide

onderwerp (    )
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Wie/wat + werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Slide

lijdend voorwerp
Welke vraag stel je op het lijdend voorwerp te vinden?

Slide 9 - Slide

lijdend voorwerp
Welke vraag stel je op het lijdend voorwerp te vinden?

Wat / wie + wwg + o

Slide 10 - Slide

ontleed de volgende zin in je schrift. 

Slide 11 - Slide

Het meisje koopt een nieuwe tas. 

pv
wwg
o
lv

Slide 12 - Slide

meewerkend voorwerp
Welke vraag stel je om het mv te vinden?

Slide 13 - Slide

meewerkend voorwerp
Welke vraag stel je om het mv te vinden?

Aan wie / voor wie+ wwg + o + lv

Slide 14 - Slide

Het meisjes koopt een nieuwe tas voor Kim 

pv
wwg
o
lv
mv

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

(De meisjes) (zijn) naar de winkel {geweest}.

Slide 17 - Slide

Sarah heeft gister twintig  banen gezwommen.

Slide 18 - Slide

(Sarah) (heeft) gister twintig  banen {gezwommen}.

Slide 19 - Slide

bespreken 16 tm 18 blz 21

Slide 20 - Slide