Het beeld wordt aan de randen afgesneden. De elementen staan er niet helemaal op.
Slide 4 - Slide
Omklapping
De beeldelementen worden omgeklapt. Verschillende aanzichten zijn samen te zien.
(Het Kubisme van Picasso)
Slide 5 - Slide
Verkleining
Door elementen kleiner te maken dan andere lijken ze verder weg.
Ook moeten ze dan hoger in het beeld staan.
Slide 6 - Slide
Stapeling
De objecten worden in lagen boven elkaar 'gestapeld'. De objecten die laag staan 'lijken' dichtbij en de objecten die hoog in de afbeelding staan 'lijken' ver weg, ondanks dat de objecten meestal niet van grootte verschillen.
Slide 7 - Slide
Coulissewerking
Net als op een toneel van een theater worden er elementen aan de zijkant van het beeld geplaatst waardoor een idee van diepte ontstaat.
Een kijkdoos effect.
Slide 8 - Slide
Repoussoir
Door een groot element in de voorgrond neer te zetten lijkt al het andere verder weg.
Slide 9 - Slide
Atmosferisch perspectief
D.m.v. kleurverloop ontstaat diepte. Naar achteren toe worden de kleuren steeds lichter.
Slide 10 - Slide
Plattegrond
Bovenaanzicht op
verkleinde schaal.
Vooraanzicht
Slide 11 - Slide
Doorsnede
Geeft een blik in hoe het er van binnen uit ziet.
Slide 12 - Slide
Lijnperspectief
Met behulp van (al dan niet zichtbare) lijnen en één of meerder verdwijnpunten geef je diepte aan.
Slide 13 - Slide
Plasticiteit
Met behulp van licht- en schaduweffecten, glans en spiegelingen wordt de ruimtelijkheid aangegeven.
De vormen worden bijna tastbaar weergegeven.
Slide 14 - Slide
Hier zie je een schilderij van een interieur, gemaakt door Henri Matisse.
De voorstelling lijkt plat.
Vraag: Geef drie redenen waarom de voorstelling er plat uitziet.
Slide 15 - Slide
Hier zie je een foto van Obama, voorheen president van de Verenigde Staten.
Vraag: Vanuit welk standpunt is deze foto genomen?
Presidenten en andere belangrijke personen laten zich graag vanuit hetzelfde standpunt fotograferen als president Obama.
Vraag: Leg uit waarom.
Slide 16 - Slide
vraag: Noem drie manieren waarop de schilder op de afbeelding hieronder ruimte heeft gesuggereerd.
Vertel ook waar in het schilderij welke manier is gebruikt.