What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefentoets h2 3basis
Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant
1 / 39
next
Slide 1:
Quiz
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant
Slide 1 - Quiz
Vlakke figuren hebben ...
A
1 dimensie
B
2 dimensies
C
3 dimensies
D
4 dimensies
Slide 2 - Quiz
Wat is de naam van
de vlakke figuur hiernaast
A
Ruit
B
Parallellogram
C
Schuine rechthoek
D
Juiste naam staat er niet bij
Slide 3 - Quiz
Wat is een doorsnede?
A
De vlakke figuur die je krijgt als je een voorwerp doorsnijdt.
B
De helft van een voorwerp als je het door midden snijdt.
Slide 4 - Quiz
Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?
A
vlieger
B
parallellogram
C
vierkant
D
ruit
Slide 5 - Quiz
Welk vlakke figuur is dit?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
gelijkbenige driehoek
D
ruit
Slide 6 - Quiz
Welk vlakke figuur is dit?
A
Parallellogram
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Onregelmatige/gewone vierhoek
Slide 7 - Quiz
Welk vlakke figuur is dit?
A
Ruit
B
Diamant
C
Vlieger
D
Gewone/onregelmatige vierhoek
Slide 8 - Quiz
In de tekening hiernaast zie
je vlakke figuren die met
rode lijken zijn verdeeld.
Hoe heten die rode lijnen?
A
strepen
B
symmetrie-assen
C
lijntjes
D
???
Slide 9 - Quiz
Bereken de oppervlakte
van het vlakke figuur
A
200 m2
B
180 m2
C
188 m2
D
60 m2
Slide 10 - Quiz
Je hebt de berekening
Welke regel zet je hier achter?
∠
B
=
1
8
0
−
3
5
−
3
5
=
1
1
0
°
A
Hoekensom driehoek
B
Bissectrice
C
Gestrekte hoek
D
Niet genoeg informatie
Slide 11 - Quiz
Wanneer gebruik je de stelling van Pythagoras? (voorkennis)
A
Wanneer je een hoek wilt berekenen.
B
Als je de overstaande zijde wilt berekenen.
C
Als je twee zijdes van een rechthoekige driehoek weet en de derde wilt berekenen
D
Als je de schuine zijde wilt berekenen.
Slide 12 - Quiz
Alle hoeken samen van een driehoek zijn?
A
90 graden
B
180 graden
C
270 graden
D
360 graden
Slide 13 - Quiz
In een gelijkbenige driehoek is één gegeven hoek voldoende om de andere twee uit te rekenen
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
wat is de overstaande hoek van
∠
A
1
2
A
∠
A
5
6
B
∠
A
4
C
∠
A
4
5
D
∠
A
5
Slide 15 - Quiz
Wat is de overstaande hoek van M1
A
M2
B
M3
C
M4
Slide 16 - Quiz
Wat is de overstaande hoek van S4
A
S1
B
S2
C
S5
D
S6
Slide 17 - Quiz
Wat is de overstaande hoek van S6
A
S1
B
S2
C
S3
D
S4
Slide 18 - Quiz
noem je
∠
A
2
e
n
∠
B
4
A
F- hoeken
B
Z-hoeken
C
overstaande hoeken
Slide 19 - Quiz
Overstaande hoeken zijn....
A
even groot
B
niet gelijk aan elkaar
C
samen 180 graden
D
samen 360 graden
Slide 20 - Quiz
Wat herken je in dit plaatje?
A
Schuifsymmetrie
B
Overstaande hoeken
C
Niks
Slide 21 - Quiz
Vanaf welk punt zijn de kijklijnen juist getekend?
A
A
B
B
Slide 22 - Quiz
Zijn de kijklijnen goed getekend?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Zijn de kijklijnen goed getekend?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Waar zijn de kijklijnen goed getekend?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij geen een van allen
Slide 25 - Quiz
Wanneer gebruik je kijklijnen?
A
om de grenzen aan te geven van het gebied dat je kunt zien
B
om de lijnen uit het oog aan te geven
C
om je schaapjes te tellen
D
als je wilt gaan kijken naar lijnen
Slide 26 - Quiz
Schaal is 1:400
Hoe spreek je dit uit?
A
1 dubbele punt 400
B
1 2 stipjes 400
C
1 gedeeld door 400
D
1 staat tot 400
Slide 27 - Quiz
Schaalmodel: 10 cm.
In werkelijkheid: 50 cm.
Wat is de schaal?
A
1:5
B
1:50
C
1:4
D
10:50
Slide 28 - Quiz
De schaal is 1:400.
Het schaalmodel is 5 cm.
Hoe groot is het in werkelijkheid?
A
5x400=2000
B
400:5=80 cm
C
1x400=400 cm
D
5x400=2000 cm
Slide 29 - Quiz
3.
Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?
A
1:5
B
5:1
C
x5
D
5x100
Slide 30 - Quiz
Wat is de koers van het strand naar de snackbar?
A
Noord Oost
B
45 graden
C
Zuid West
D
225 graden
Slide 31 - Quiz
Welke koershoek hoort bij zuid?
A
90 graden
B
45 graden
C
180 graden
D
225 graden
Slide 32 - Quiz
Hoeveel graden is een hele koershoekmeter?
A
180
B
90
C
360
D
230
Slide 33 - Quiz
Een vliegtuig gaat van Rotterdam naar Teuge. Wat zou hier een logische koershoek kunnen zijn?
A
90 graden
B
280 graden
C
80 graden
D
270 graden
Slide 34 - Quiz
Je moet een koershoek van 340 graden tekenen is dat hier goed gedaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 35 - Quiz
Wat is de koershoek?
A
120 graden
B
360 graden
C
90 graden
D
180 graden
Slide 36 - Quiz
Welke koershoek hoort bij zuidwest?
A
135 graden
B
225 graden
C
270 graden
D
315 graden
Slide 37 - Quiz
Wat is de koers van de disco naar het strand?
A
West
B
90 graden
C
Oost
D
270 graden
Slide 38 - Quiz
Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost
Slide 39 - Quiz
More lessons like this
Herhaling hoofdstuk 2
April 2023
- Lesson with
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
H6 Vlakke figuren
February 2021
- Lesson with
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Herhaling hoofdstuk 2
November 2023
- Lesson with
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 Meetkunde
December 2023
- Lesson with
42 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 Meetkunde
September 2022
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2 Meetkunde
October 2022
- Lesson with
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
4M-Vlakke meetkunde - video's
September 2022
- Lesson with
13 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Les 4 H2 Herhaling
November 2022
- Lesson with
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3