H6 Vlakke figuren

Hoe heten de gele lijnen?
A
Loodlijnen
B
Ooglijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Kijklijnen
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe heten de gele lijnen?
A
Loodlijnen
B
Ooglijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Kijklijnen

Slide 1 - Quiz

Waar zijn de kijklijnen goed getekend?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij geen een van allen

Slide 2 - Quiz

Is de bewering is juist?
1:De kijkhoek vanaf punt B is groter dan de kijkhoek vanaf punt A.

A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Wat betekent schaal 1:7000?

Slide 4 - Open question

Bereken de werkelijkheid
Schaal 1:50
Schaalmodel is 10 cm.
A
500
B
5
C
5000
D
55

Slide 5 - Quiz


Je ziet hier een schaallijn 
De schaallijn is 5 cm lang.

Met hoeveel km komt elke cm op de schaallijn overeen?

Slide 6 - Open question

Schaal 1 : 2.500.000 Hemelsbreed in het echt is de afstand 200 km.
Hoeveel cm is de afstand op de kaart?
A
80 cm
B
10 cm
C
8 cm
D
1 cm

Slide 7 - Quiz

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 8 - Quiz

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
noordwest
D
zuidoost

Slide 9 - Quiz

Meestal moet je de koers in hoeken meten of tekenen

Slide 10 - Slide

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken je?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 11 - Quiz

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Slide 12 - Quiz

Welke figuren hebben symmetrie assen?
A
3 en 5
B
1,2 en 4
C
2, 4 en 5
D
1, 3 en 4

Slide 13 - Quiz

Welke symmetrie-eigenschappen hebben de cijfers?
Geen symmetrie-as
één symmetrie-as
draaisymmetrisch

Slide 14 - Drag question

Eigenschappen van vlakke figuren

Zorg dat je de figuren met eigenschappen kent en kan herkennen

Slide 15 - Slide

Welke van de onderstaande vlakke figuren hebben precies twee symmetrieassen.
A
Vierkant Rechthoek
B
Ruit Vlieger
C
Rechthoek Parallellogram
D
Ruit Rechthoek

Slide 16 - Quiz

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?
A
vlieger
B
parallellogram
C
vierkant
D
ruit

Slide 17 - Quiz

Bij een parallellogram :
A
Zijn de overstaande zijden gelijk
B
Zijn de hoeken aan hetzelfde been even groot
C
Staan de diagonalen loodrecht op elkaar
D
Zijn alle hoeken samen 180 graden.

Slide 18 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen heeft een ruit?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 19 - Quiz

Dit vlakke figuur heeft 4 zijden, 2 zijden zijn evenwijdig en er is 1 symmetrieas
A
Vlieger
B
Trapezium
C
Ruit
D
Parallellogram

Slide 20 - Quiz


Welke figuren zijn draaisymmetrisch?            
A
vierkant, rechthoek, gelijkzijdige driehoek, ruit en parallellogram
B
vierkant, rechthoek, driehoek, en vlieger
C
gelijkbenige driehoek, ruit en vlieger
D
vierkant, gelijkbenige driehoek, ruit en parallellogram

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question