What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1C opfrisles U2 na vakantie
Aujourd'hui c'est ...............
L'hiver
Le printemps L'été
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aujourd'hui c'est ...............
L'hiver
Le printemps L'été
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Aujourd'hui
1. Questions sur le SO?
2. Révision Unité 2
3. Les devoirs pour... mercredi!
Pont Neuf, Paris
Na deze les weet ik het verschil tussen ÊTRE en AVOIR, de betekenissen en ik kan ze herkennen en vertalen.
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden en kan ze vertalen.
Ik ken de bezittelijk voornaamwoorden en kan ze toepassen.
Ik weet de woordjes van Unité 2 weer.
Slide 3 - Slide
A. Pratiquer le possessif- en ligne!
(bez. vnw oefenen)
B. Parler: ex. 23, p. 60
Even opfrissen...
Wat betekent:
Etre .........................
Avoir .......................
Steek je hand op
als je het weet!
Slide 4 - Slide
NL
FRANS
timer
6:00
Wat zijn de
persoonlijke voornaamwoorden
Slide 5 - Slide
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
tu
je
suis
es
est
Slide 6 - Drag question
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
ils/ elles
vous
nous
sommes
êtes
sont
Slide 7 - Drag question
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van
être
met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont
Slide 8 - Drag question
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van
avoir
met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 9 - Drag question
Welke vervoegingen horen bij être en welke bij avoir?
être
avoir
suis
avons
êtes
ont
sont
as
avez
Slide 10 - Drag question
Wat betekent:
ils/ elles
SONT ......................................
ils/ elles
ONT ........................................
Welk verschil HOOR je bij de uitspraak?
Waarom zijn deze werkwoorden zo belangrijk in het Frans?
Slide 11 - Slide
create.kahoot.it
Slide 12 - Link
Bien fait!
Les devoirs pour mercredi:
Apprendre 7 & 8
uit je hoofd kennen: lezen en schrijven èn zeggen. Gebruik de QR code!
Mercredi...
on va LIRE et ÉCOUTER!
Na deze les weet ik het verschil tussen ÊTRE en AVOIR, de betekenissen en ik kan ze herkennen en vertalen.
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden en kan ze vertalen.
Ik ken de bezittelijk voornaamwoorden en kan ze toepassen.
Ik weet de woordjes van Unité 2 weer.
Slide 13 - Slide
More lessons like this
CHAPITRE 6_2
April 2021
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Proeftoets 1F/1G CH3, toetsweek
June 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woensdag 24 mei herhalingsgrammatica
May 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Proeftoets 1E CH5, toetsweek
June 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les verbes -er, avoir, être
December 2023
- Lesson with
15 slides
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1.1 Basiswerkwoorden avoir, être en aller
June 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Herhalingsles bk
April 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
herhalingsles
April 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2