De verschillende dimensies bij CKV

De verschillende dimensies bij CKV

Leerdoel

Aan het einde van deze les zul je de verschillende dimensies van CKV kennen.

Introduceer het doel van de les en leg uit waarom het belangrijk is.

Wat weet jij al over de verschillende dimensies van CKV?

Wat is CKV?

CKV staat voor Culturele en Kunstzinnige Vorming. Het is een vak op de middelbare school dat focust op kunst en cultuur.

Leg kort uit wat CKV is en wat het vak inhoudt.

De vier dimensies

Bij CKV zijn er vier dimensies: kijken, doen, reflecteren en contextualiseren.

Introduceer de vier dimensies en leg kort uit wat ze betekenen.

Kijken

Kijken gaat over het waarnemen van kunst en cultuur. Het gaat om het observeren van wat er om je heen gebeurt en wat je ziet.

Leg uit wat kijken inhoudt en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.

Doen

Doen gaat over het zelf actief bezig zijn met kunst en cultuur. Het gaat om het maken of creëren van iets.

Leg uit wat doen inhoudt en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.

Reflecteren

Reflecteren gaat over het nadenken over kunst en cultuur. Het gaat om het analyseren van wat je hebt gezien of gemaakt.

Leg uit wat reflecteren inhoudt en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.

Contextualiseren

Contextualiseren gaat over het plaatsen van kunst en cultuur in een breder perspectief. Het gaat om het begrijpen van de historische, sociale en culturele context.

Leg uit wat contextualiseren inhoudt en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.

Toepassing

Nu je de verschillende dimensies van CKV kent, ga je deze toepassen op een kunstwerk naar keuze.

Geef de opdracht om een kunstwerk te kiezen en de vier dimensies toe te passen. Bespreek de resultaten in de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.