herhalen theorie LEZEN klas 1 en nieuwe theorie h.1 LEZEN

klas 2 
h.1 LEZEN
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

klas 2 
h.1 LEZEN

Slide 1 - Slide

Wat doen we deze les?

  • 15 minuten lezen in je leesboek
  • kort herhalen theorie vorig schooljaar.
  • nieuwe theorie h.1 LEZEN
  • nakijken startopdracht en opdracht 1 (blz. 12 en verder)
  • in de les maken: opdr. 2 + 3
  • huiswerk: afmaken wat niet af is in de les
     + opdr.4 maken.

Slide 2 - Slide

onderwerp:  Datgene waar de tekst over gaat in één of een
                     paar woorden. Nooit een zin!


oriënterend lezen:

je bekijkt: de titel, de tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden en je leest de eerste alinea 


Slide 3 - Slide

Het middenstuk van een tekst:

Deelonderwerpen
de verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp.

bijvoorbeeld:
onderwerp: film
deelonderwerpen: actiefilms, griezelfilms, sciencefiction film


Slide 4 - Slide

Globaal lezen:

Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea.
Je kunt dan de deelonderwerpen bepalen van de alinea's.

Soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea. Soms gaan meer alinea's over hetzelfde deelonderwerp. Vaak zet de schrijver dan een tussenkopje boven die alinea's.

Slide 5 - Slide

Zoekend lezen

Als je alleen iets wilt opzoeken in de tekst, kun je ook zoekend lezen.

  • tussenkopjes
  • anders gedrukte woorden (vet, cursief, onderstreept)
  • opvallende tekens (bolletjes, nummers, sterretjes).


Slide 6 - Slide

De inleiding van een tekst

In de inleiding wordt duidelijk waar de tekst over gaat. Vaak gebeurt dat met:
  • een voorbeeld, 
  • een (grappig) verhaaltje (anekdote) of
  • een bijzondere situatie.

Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.


Slide 7 - Slide

Het slot van een tekst
  • een conclusie of
  • een korte samenvatting.
  • Er wordt ook wel naar de toekomst gekeken of
  • er wordt aangesloten bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.

Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak het slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het begin van de tekst. 

Slide 8 - Slide

De  hoofdgedachte van een tekst

  • Hoofdgedachte: is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

  • Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of het slot.

  • Soms moet je die zelf formuleren.

Slide 9 - Slide

Precies lezen

Om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen, moet je de tekst precies lezen.

Je leest de tekst van het begin tot het eind heel nauwkeurig.

Slide 10 - Slide

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je leest de eerste en laatste zinnen van elke alinea.
Je kunt de hoofdgedachte bepalen.
Je leest de eerste 
alinea.
Je let op opvallende tekens en tussenkopjes
Je kunt het onderwerp bepalen.
Je wilt de vertrektijd van de trein weten 
Je leest de tekst heel aandachtig van het begin tot het eind.
Je kunt de deelonderwerpen bepalen.

Slide 11 - Drag question

Chronologisch verband
De gebeurtenissen worden in de juiste tijdsvolgorde verteld.

Signaalwoorden
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, toen, vervolgens, voordat, nadat, tenslotte, in 1980.. 


Tegenstellend verband
Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde beweerd.   

Signaalwoorden
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds … anderzijds, daar staat tegenover

Slide 12 - Slide

Opsommend verband
Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd.

Signaalwoorden
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen … maar ook, ten eerste … ten tweede




Toelichtend verband
Iemand doet een uitspraak en legt die uit of licht die toe. Vaak gebruikt hij bij de uitleg of de toelichting een voorbeeld. 
Signaalwoorden
dat wil zeggen, zo, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter toelichting, neem nou, denk aan, zoals.

Slide 13 - Slide

Tegenstellend 
verband
Chronologisch 
verband
Toelichtend
verband
Opsommend  
verband
Daarentegen
Vervolgens
Neem nou
Vroeger
Zoals
Ten slotte
Echter
Bovendien

Slide 14 - Drag question

h.1 LEZEN

hoofdzaken:
De belangrijkste informatie van een tekst nemen we de hoofdzaken. Je vindt ze vaak op voorkeursplaatsen: inleiding en slot van de tekst.

bijzaken: zijn niet zo belangrijk.

Slide 15 - Slide

De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin.
 
  • Dat is meestal de eerste of soms de laatste zin van de alinea.
  • In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.
  • Soms is de kernzin de tweede zin. Vaak geeft de eerste zin het verband met de vorige alinea('s) aan.

Slide 16 - Slide

Hoe maak je een schema van een tekst?

Lees de tekst goed door
1. Onderstreep de hoofdzaken
    Let op de voorkeursplaatsen: de inleiding, het slot en de
    kernzinnen. Let ook op opvallend gedrukte woorden.

2. Noteer de belangrijkste informatie uit de tekst.
    Geef opsommende verbanden aan met nummers, dots of
    streepjes. Geef tegenstellende verbanden aan met pijltjes. 

Slide 17 - Slide

Hoe maak je een samenvatting van een tekst?

Lees de tekst goed door
1. Onderstreep de hoofdzaken
    Let op de voorkeursplaatsen: de inleiding, het slot en de
    kernzinnen. Let ook op opvallend gedrukte woorden.

2. Neem de kernzinnen en andere hoofdzaken over.
    Maak er een samenhangende tekst van. Geef verbanden
    aan met signaalwoorden

Slide 18 - Slide

Bespreken:

startopdracht en opdracht 1.

Slide 19 - Slide

Tekst 1: Klas 48 uur zonder telefoon
Leerlingen van de onderbouw van het Lorentz Lyceum uit Arnhem hebben onlangs succesvol meegedaan aan een experiment waarbij ze gedurende twee dagen geen mobiel, games of sociale media mochten gebruiken. ‘De No Phone Challenge was flink afkicken’, zegt de mentor. De leerlingen vonden zelf dat ze veel socialer waren, zowel in de klas als thuis. De pauzes leken langer en werden leuker bevonden. ‘We gingen spellen doen en ik sprak mijn klasgenoten meer’, somt een leerling op. ‘We hadden ook meer tijd voor huiswerk.’

Slide 20 - Slide

Tekst 2
Alle jongeren moeten op school leren programmeren, omdat dit goed is voor hun algemene ontwikkeling en noodzakelijk voor hun latere kansen op de arbeidsmarkt. Dat is het advies van Platform Onderwijs 2032 over het onderwijs van de toekomst. Digitale vaardigheden zouden nodig zijn om jongeren voor te bereiden op deelname aan de maatschappij. Mariëlle Stoelinga, universitair hoofddocent informatica in Twente, pleit voor verplichte programmeerlessen op school, zoals in Engeland en Finland al gebeurt.

Slide 21 - Slide

Tekst 3
Waar iedere fanatiek gamende tiener van droomt, wordt voor de 19-jarige Joey Steusel uit Naarden werkelijkheid. Binnenkort vertrekt hij naar de Verenigde Staten om daar betaald het schietspel Counter-Strike te spelen. Hij gaat er zelfs in een heus gamehouse wonen, in Los Angeles, Californië. Via internet werd Steusel, beter bekend als ‘Cruc1al’, een paar weken geleden aangesproken. Of hij naar Amerika wilde verhuizen om zich bij het team Splyce Pro aan te sluiten. Hij wilde niets liever. Voor welk bedrag Steusel werd gekocht, willen hij en zijn manager niet zeggen; ook het salaris blijft geheim. 
 

Slide 22 - Slide

Tekst 4
Het is vast wel herkenbaar dat twee talen elkaar in je hoofd soms ‘in de weg’ kunnen zitten. Op woordniveau geldt dat vooral voor zogenoemde ‘valse vrienden’. Dit zijn woorden die in beide talen bestaan, maar die daar een andere betekenis hebben. Zo bestaan de woorden room en rug niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Engels. Als je ze tegenkomt in een Engelse tekst, betekenen ze kamer en kleedje. Uit onderzoek blijkt dat bij het lezen van dit soort woorden zowel de Engelse als de Nederlandse betekenis wordt geactiveerd. Om te beslissen welke betekenis je nodig hebt, moeten je hersenen extra moeite doen. Woorden die je hetzelfde schrijft in verschillende talen, worden dus langzamer verwerkt dan woorden die je maar in één taal kent. 
 

Slide 23 - Slide

Ga aan de slag met het huiswerk:

Maak opdracht 2 + 3
Leer de theorie op blz. 12 (groene tekst).

Slide 24 - Slide