What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modals: must / have to / should / can / could
Modals = hulpwerkwoorden
Must, have to & should:
zijn alledrie hulpwerkwoorden
betekenen alle drie 'moeten'
Na deze hulpwerkwoorden volgt
het hele werkwoord
, bijvoorbeeld: 'I
must
eat
something.' 'You
have t
o
go
to school.'
Op de volgende dia leer je wanneer je welk hulpw.w. gebruikt!
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Modals = hulpwerkwoorden
Must, have to & should:
zijn alledrie hulpwerkwoorden
betekenen alle drie 'moeten'
Na deze hulpwerkwoorden volgt
het hele werkwoord
, bijvoorbeeld: 'I
must
eat
something.' 'You
have t
o
go
to school.'
Op de volgende dia leer je wanneer je welk hulpw.w. gebruikt!
Slide 1 - Slide
Must / have to / should
must:
als je zelf vindt dat iets zou moeten of
als je iemand sterk aanraadt iets te doen (niet verplicht!)
have to:
als iemand anders vindt dat iets moet (het is verplicht!)
should:
om aan te geven dat iemand eigenlijk iets zou moeten doen,
bijvoorbeeld: advies geven (should) of juist iemand iets afraden (shouldn't)
Slide 2 - Slide
can / could
can:
kunnen/ in staat zijn om/ mogelijkheid/ toestemming
I can help you!
could:
zou kunnen / beleefd/ formeel/ in de toekomst (niet zeker)
Could you open the window, please?
Slide 3 - Slide
Be able to + hele ww
kunnen/ in staat zijn om
We are able to study in the afternoon.
Slide 4 - Slide
The students .... wear a face mask
inside the classroom.
A
don't have to
B
shouldn't
Slide 5 - Quiz
If you don’t like
fast food,
you .... go to McDonald’s.
A
don’t have to
B
shouldn’t
Slide 6 - Quiz
You .... eat so much junk food.
It’s very unhealthy.
A
mustn't
B
don’t have to
Slide 7 - Quiz
It’s our parents’ 10th wedding anniversary.
We .... surprise them. with something special,
maybe a surprise party.
A
have to
B
should
Slide 8 - Quiz
You ... be 17 to take
a driving test.
A
have to
B
should
Slide 9 - Quiz
The traffic sign says we .... stop here.
A
have to
B
should
Slide 10 - Quiz
When you’re in London, you .... visit the Tower Bridge.
A
have to
B
should
Slide 11 - Quiz
If you go shopping
in London,
you ... go to the M&M’s World Store.
A
must
B
have to
Slide 12 - Quiz
.... you help me carry my shopping bags?
A
Could
B
Should
Slide 13 - Quiz
.... you pay the check, please?
A
Must
B
Could
Slide 14 - Quiz
He ........to build a house as he is a carpenter.
A
is able
B
should
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Modals
June 2022
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Modals: must / have to / should / can / could
September 2022
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
January 2023
- Lesson with
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Modals: must / have to / should / can / could
October 2022
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Chapter 2 Modals
October 2022
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Modals
January 2022
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Modal verbs
November 2023
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3