H5.1BC

Welkom!

Log in bij lessonUp 

1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!

Log in bij lessonUp 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen voor deze les
  • Je kunt de komma verschuiven als ik vermenigvuldig of deel door 10 (of 100, 1000, 10.000, etc). . 
  • Je kunt een getal afronden via de afrondregels.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Komma verschuiven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bereken (komma verschuiven):
5,21 x 100
A
521
B
52100
C
0,00512
D
500,21

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 10
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Bereken (komma verschuiven)
5,21 : 100
A
52,1
B
0,0521
C
0,521
D
521

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

9600 : 1000 =

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Regels afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dus:
Het weglaten van een aantal decimalen noem je 

Afronden
0 1 2 3 of 4
Staat er op de plek van het vraagteken een 
0 1 2 3 of 4 dan wordt het 587,25
Onderstaand getal gaan we afronden op 2 decimalen

587,25?37
5 6 7 8 of 9
Staat er op de plek van het vraagteken een 5 6 7 8 of 9 dan wordt het
587,26

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

9,294 32 = 9,294
Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

12,54 98 = 12,55
Rond af op 2 decimalen:
12,5498

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 21 - Slide

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

164,0 487 = 164,0
Rond af op 1 decimaal:
164,0487

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

89, 823 = 90
Rond af op een heel getal:
89,823

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

345 = 300


Rond af op honderdtallen:
345

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

11400 = 11000


Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

19500 = 20000

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Volgende les rekenmachine nodig

Slide 33 - Slide

This item has no instructions