4.3 Hoe verkoop ik mijn Idee.

Terugblik
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Terugblik

Slide 1 - Slide

Welke van de volgende zaken zet je in een ondernemingsplan?
A
Het bedrijfsidee
B
Commerciële beïnvloeding
C
Lijnfunctie
D
Jaarrekening

Slide 2 - Quiz

Stelling 1 : In het marketingplan staat het idee, het marktonderzoek en het financiële plan.
Stelling 2 : In het ondernemingsplan staat het bedrijfsidee, het financiële plan, de organisatie van het bedrijf, het marktonderzoek en het C.V.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn juist
D
Stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

In welk plan ga ik neerzetten welke verzekeringen in moet afsluiten?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welk budget vormt geen onderdeel van het financieel plan?
A
Exploitatiebudget
B
Financieringsbudget
C
Liquiditeitenbudget
D
Aandelenbudget

Slide 5 - Quiz

Hoe verkoop ik mijn idee?

Slide 6 - Slide

Marketing
* Markt veroveren
* intresse
* geen ontkomen aan
* doelgroep

Slide 7 - Slide

Marktaandeel
* jou deel van de markt
afzet een aanbieder : afzet totale markt x 100%
of
omzet een aanbieder : omzet totale markt x 100%

Slide 8 - Slide

Marketingmix
* vijf of zes p's  
*Product
* Prijs
* Plaats
* Promotie
* Personeel
(*Presentatie)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Slide

Terugblik

Slide 13 - Slide

De 6P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Marketing groepering
D
Marketing gereedschap

Slide 14 - Quiz

Als jouw afzet harder stijgt als die van je concurrenten ...
A
Stijgt jouw marktaandeel
B
Daalt jouw marktaandeel

Slide 15 - Quiz

Bereken het marktaandeel
van Toyota in procenten
van de afzet.
A
666,7%
B
15%
C
0,15%
D
6,7%

Slide 16 - Quiz

Nike maakt een filmpje samen met de voetballer Ronaldo over nieuwe voetbalschoenen. Dit is een voorbeeld van
A
commerciële beinvloeding
B
sociale beinvloeding

Slide 17 - Quiz

Stelling I: In verband met Valentijnsdag is er een groot aanbod van rode rozen. Er geldt een speciale prijs van € 1,99 per stuk. Dit noem je psychologische prijsstelling.
Stelling II : De warme kaasbroodjes zijn in de aanbieding bij Deen. De actie is drie halen, twee betalen. Dit is een voorbeeld van prijspolitiek.



A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

wat is een leidinggevende functie
A
maakt leidingen
B
Werkt in het bedrijf onder de baas
C
Geeft leiding binnen het bedrijf
D
Voert bepaalde speciale taken uit

Slide 23 - Quiz

Een leidinggevende functie vind je vaak onderaan in een organigram
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Een docent heeft een leidinggevende functie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Een medewerker die opdrachten uitvoert heeft een functie boven in het organogram
Leerdoel 26
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

1. Een organogram is een schema om te zien wie de leiding heeft in een bedrijf.
2. De leiding staat onderaan in het schema
A
1. Juist 2. Juist
B
1. Onjuist 2. Onjuist
C
1. Onjuist 2. Juist
D
1. Juist 2. Onjuist

Slide 27 - Quiz

Om te laten zien wie de leiding heeft in een onderneming,
wordt vaak gebruik gemaakt ven een schema:

A
loop schema
B
functie schema
C
Origami schema
D
Organogram

Slide 28 - Quiz

In welk van de onderstaande organisaties heeft het niet zoveel zin om een organogram te maken?
A
Internationaal transportbedrijf
B
Scholengemeenschap
C
Eenmansbedrijf
D
Gemeente

Slide 29 - Quiz