4.3

Inhoud van de les

  • Herhaling 4.2
  • Uitleg 4.3
  • Maken opdrachten




1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Inhoud van de les

  • Herhaling 4.2
  • Uitleg 4.3
  • Maken opdrachten




Slide 1 - Slide

Welke van de volgende onderdelen zet je niet in een ondernemingsplan?
A
Organisatie van het bedrijf
B
Jaarplan
C
Het bedrijfsidee
D
Marketingplan

Slide 2 - Quiz

Welk onderdeel gaat over de hoeveelheid geld dat je nodig hebt voor het bedrijf?
A
Het bedrijfsidee
B
Het marketingplan
C
Het financieel plan
D
Organisatie van het bedrijf

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel gaat over wie wat doet in het bedrijf?
A
Het bedrijfsidee
B
Het marketingplan
C
Het financieel plan
D
Organisatie van het bedrijf

Slide 4 - Quiz

Welk onderdeel gaat over de producten die je gaat verkopen en over jouw concurrenten?
A
Het bedrijfsidee
B
Het marketingplan
C
Het financieel plan
D
Organisatie van het bedrijf

Slide 5 - Quiz

Onderdelen ondernemingsplan
  • Het bedrijfsidee -> omschrijving van het product.
  • Financieel plan -> hoeveel geld is er nodig. 
  • Organisatie van het bedrijf -> wie doet wat?
  • Marktonderzoek en het marketingplan -> Wie zijn je klanten & concurrenten? Hoe ga je verkopen?
  • Persoonlijke gegevens -> CV,  opleiding, werkervaring.

Slide 6 - Slide

Marktonderzoek
Waarom doe je marktonderzoek --> Geeft je inzicht in de markt.
  •  Deskresearch: Internet, CBS, vakbladen
  •  Fieldresearch: interview, observatie, enquête

Slide 7 - Slide

Financieel plan



Wat staat er in een financieel plan:
  • investeringsbegroting --- hoeveel geld heb je nodig om te starten
  • financieringsbegroting -- hoe ga je het betalen (eigen geld of een lening)
  • exploitatiebegroting ----- wat zijn je verwachte verkopen en kosten
  • liquiditeitsbegroting ----- wat zijn de inkomsten en uitgaven
Met een financieel plan kan je zien of je bedrijfsidee haalbaar is 

Slide 8 - Slide

Marketing 
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen, noem je marketing. Hierbij wordt gekeken naar de doelgroep voor je product.

Slide 9 - Slide

Welke doelgroep past het beste bij de volgende producten? Zet de juiste combinaties bij elkaar.
Doelgroep : 
Product :
rollator
schooltassen
zonnepanelen
tweedehands meubels
zeventigplussers
jongeren van 15 tot 25
studenten
Huishoudens

Slide 10 - Drag question

Marktaandeel

Het marktaandeel is het aandeel dat een product/bedrijf in de totale markt van dat product heeft.

Slide 11 - Slide

Marktaandeel
.
.
.
.
Let op!
Afzet = hoeveel producten er verkocht zijn per bedrijf
Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 12 - Slide

Formule marktaandeel
  • Afzet van 1 aanbieder : totale afzet x 100%
  • Omzet van 1 aanbieder : totale omzet x 100%

Voorbeeld.
Albert Heijn heeft in 2020 een omzet gedraaid van 27 miljard euro. De totale omzet van de supermarktbranche bedraagt 72 miljard euro. Bereken het marktaandeel van de Albert Heijn.
  • 27 miljard / 72 miljard x 100 = 37,5%

Slide 13 - Slide

Maak

Maak opdracht 28
Klaar? Begin alvast aan de andere opdrachten van 4.3

Eerst 3 min in stilte, daarna in tweetallen zachtjes overleggen.

timer
5:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Marketingmix
Binnen een marketingplan zijn de vijf P's beschreven: Product, Prijs, Plaats en Promotie en Personeel.

Hoe deze vijf instrumenten worden ingezet om de marketingstrategie te bedenken, wordt de marketingmix genoemd. 

Slide 16 - Slide

Marketingmix
Product: Wat is de kwaliteit van je product? De verpakking? Garanties?
Prijs: Het vaststellen van een verkoopprijs.
Plaats: Waar kunnen klanten het product kopen?
Promotie: Op welke manier maak je het product bekend bij de klanten?
Personeel: Hoe moet het personeel zich gedragen en kleden? Wat voor opleiding moet het personeel hebben?

Slide 17 - Slide

Sociale beïnvloeding

Beïnvloed worden door familie of vrienden
Commerciële beïnvloeding

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Ga aan de slag!

Maak de opdrachten van paragraaf 4.3

Tijd: Tot het eind van de les

Slide 21 - Slide