systeem aarde herhaling

herhaling systeem aarde
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

herhaling systeem aarde

Slide 1 - Slide

welk verband is er tussen de beweging van de
platen en
vulkanisme, aardbevingen
en gebergtevorming?

Slide 2 - Mind map

wat is de invloed van verwering, erosie,
massabewegingen
en sedimentatie
op de vorming van het aardoppervlak?

Slide 3 - Mind map

platentektoniek

Slide 4 - Slide

soorten vulkanen

Slide 5 - Slide

4 soorten vulkanen; ingedeeld naar vloeibaarheid van de magma bij uitbarsting
<- Taai-vloeibaar / vloeibaar ->

Slide 6 - Slide

Wat voor soort vulkaan is dit?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Caldeira (=strato)
D
Spleetvulkaan

Slide 7 - Quiz

Wat voor vulkaan is dit?

Slide 8 - Slide

Ontstaan vulkanen






- Schildvulkaan -Spleetvulkaan - Stratovulkaan -Caldeira -

Slide 9 - Slide

Bij een hoge druk gebied hebben we
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 10 - Quiz

Waardoor ontstaan gebergten?
A
Endogene krachten
B
Exogene krachten

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
Sedimentatie-erosie-verwering
B
Erosie-verwering-sedimentatie
C
Verwering-erosie-sedimentatie
D
Erosie-sedimentatie-verwering

Slide 12 - Quiz

ontstaan door wind dus....
A
erosie
B
verwering

Slide 13 - Quiz

uit elkaar gevallen dus....
A
verwering
B
erosie

Slide 14 - Quiz

Dit is?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Vulkanisme en aardbevingen zijn voorbeelden van:
A
Endogene krachten
B
Exogene krachten

Slide 17 - Quiz

Verwering & erosie; endogene of exogene krachten?
A
Endogeen
B
Exogeen

Slide 18 - Quiz

Iemand doet twee uitspraken:
I Endogene krachten zijn moeilijker te voorspellen dan exogene krachten.
II Seismologen brengen vooral de kans op een aardbeving in bepaalde
gebieden in kaart.

Welke uitspraak is juist?

A
Uitspraak I is juist, II is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Beide uitspraken zijn onjuist.
D
Uitspraak I is onjuist, II is juist.

Slide 19 - Quiz

Wat drijft de platen aan, waardoor ze gaan driften?
A
Luchtstromen
B
Pushfactoren
C
convectiestromen
D
mantelstromen

Slide 20 - Quiz

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 21 - Quiz

Wat voor klimaat is dit?
A
savanneklimaat
B
woestijnklimaat
C
zeeklimaat
D
steppeklimaat

Slide 22 - Quiz

Wat voor klimaat is dit?
A
zeeklimaat
B
tropisch regenwoudklimaat
C
landklimaat
D
savanneklimaat

Slide 23 - Quiz

Welke hoofdletter krijgt het landklimaat volgens Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 24 - Quiz

Welke hoofdletter krijgt het tropisch klimaat volgens Köppen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quiz

Het omgaan met risico's van een natuurramp heet ook wel:

Slide 26 - Open question

De kracht van een orkaan wordt gemeten door naar de windsnelheid te kijken. Dit is de:
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Saffir-Simpsonschaal
D
The Simpsonsschaal

Slide 27 - Quiz

Wat is de eerste regel van de Wet van Buys Ballot?

Slide 28 - Open question

De 2e regel BB is: de wind krijgt een afwijking naar
A
links ZH
B
links NH
C
rechts ZH
D
rechts NH

Slide 29 - Quiz