This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 3
Erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Slide
Thema 3
Erfelijkheid en evolutie
paragraaf 1
Genotype en fenotype
Slide 2 - Slide
In deze lesson up:
inleiding thema 3
Uitleg paragraaf 1
Slide 3 - Slide
Doel van de les
3.1.1 Je kunt omschrijven wat een genotype, wat een fenotype en wat een gen is.
3.1.2 Je kunt beschrijven hoe organismen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun nakomelingen via chromosomen.
Slide 4 - Slide
Chromosoom en gen
Iedere cel, 46 chromosomen.
Iedere chromosoom bestaat uit DNA.
Bepaalde stukjes DNA samen bevatten een erfelijke eigenschap= GEN
Chromosomen altijd in paren.
Aan of uit!!!
Slide 5 - Slide
npokennis.nl
Slide 6 - Link
Allel
Chromosomen altijd in paren.
Aan of uit!!!
Dit heeft te maken met
de allelen.
Een allel is een bepaalde
variant van een gen.
Slide 7 - Slide
Genotype
De informatie voor al je erfelijke eigenschappen samen noem je jouw genotype. Het genotype ontstaat op het moment dat een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.
Slide 8 - Slide
Genotype
Elk gen bestaat uit een allel van de vader en een allel van de moeder.
Alle genen samen zijn het genotype van het nieuwe organisme.
De bevruchte eicel groeit door middel van mitose (gewone celdeling) uit tot een nieuw organisme.