Les 5

Les 5
Hoofdstuk 4.3
Dichterlijke taal

De verbanden in een tekst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 5
Hoofdstuk 4.3
Dichterlijke taal

De verbanden in een tekst

Slide 1 - Slide

Doel van de les

Je leert hoe je verbanden in een tekst kunt herkennen.

Slide 2 - Slide

Voorbereiding
-

Slide 3 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 4 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 5 - Slide

  1. Waarom is de eerste alinea vetgedrukt?

  2. In de inleiding kondigt de schrijver het onderwerp aan.
    Hoe doet hij dat?
  • Met een anekdote
  • Met een voorbeeld
  • Met een vraag
  • Met een nieuwsfeit

    3. Wat was de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?

    4. Uit welke alinea’s bestaat de inleiding van deze tekst?

    5. Uit hoeveel alinea’s bestaat het middenstuk van de tekst?

    6. Uit hoeveel alinea’s bestaat het slot van deze tekst?

    7. Wat is het onderwerp van deze tekst?

8. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

9. Wat voor tekstsoort is dit?

10. Wat is het doel van deze tekst?

11. Hoe sluit de schrijver de tekst af?
  • samenvatting
  • conclusie
  • uitsmijter

12. Wat betekenen de volgende woorden uit de tekst?
  • certificaat van echtheid
  • componeren
  • artistiek
  • ergens niet rouwig om zijn
  • op stand wonen
  • onvoltooid

Slide 6 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 7 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 8 - Slide

Woordenschat
  • ergens op stuiten
  • indertijd
  • het ingrediënt
  • interpreteren
  • overkoepelend
  • overwoekeren
  • per se
  • somber

Slide 9 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 10 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 11 - Slide

Ik heb niet goed geleerd.









Ik heb een voldoende gehaald.

maar    echter    desondanks          

Slide 12 - Slide

Tegenstelling
Tussen de zinnen bestaat door het signaalwoord een tegenstellend verband.

Slide 13 - Slide

Ik houd van snoep.







Ik houd van chips.
en        ook     bovendien

Slide 14 - Slide

Opsomming
Tussen de zinnen bestaat door het signaalwoord een
opsommend verband.

Slide 15 - Slide

Ik ben te laat.







De brug stond open.
omdat      want    daarom      aangezien

Slide 16 - Slide

Reden, oorzaak, gevolg
Tussen de zinnen bestaat door het signaalwoord een
oorzaak-gevolg verband.

Slide 17 - Slide

Ik heb mijn hond uitgelaten.







Ik heb mijn huiswerk gemaakt.
eerst     daarna      toen

Slide 18 - Slide

Tijd
Tussen de zinnen bestaat door het signaalwoord het
verband tijd.

Slide 19 - Slide

Jij ruimt mijn kamer op.








Ik maak je huiswerk.
als      indien      wanneer

Slide 20 - Slide

Voorwaarde
Tussen de zinnen bestaat door het signaalwoord het
voorwaardelijk verband.

Slide 21 - Slide

Verband
Een verband kan bestaan tussen

- zinnen
- alinea's
- tekstdelen

Slide 22 - Slide

Wat heb je eraan?

Als je verbanden in een tekst herkent,
 kun je de tekst sneller en beter begrijpen.

Slide 23 - Slide

Lesindeling
  • Maken vragen bij extra opdracht (Mozart)
  • Bespreken
  • Woordenschat blz. 76
  • Maken opdr. 1 t/m 3 blz. 80
  • Uitleg 4.3 theorie
  • Maken opdr. 4-6 blz. 80 (=HW)

Slide 24 - Slide

Heb je het doel bereikt?
  • Je weet wat een signaalwoord is en wat de functie is van tekstverbanden.
  • Je kan signaalwoorden en verbanden herkennen in een tekst
Ja, ik weet het

Slide 25 - Slide