2.3 Demografische dimensie: groei en krimp
1 / 30
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat hoort NIET bij Global Shift
A
De toenemende macht van de triade (VS, EU en Japan)
B
Verplaatsing van productieketens
C
China
D
De nieuwe (economische) wereldorde
Slide 3 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van neoliberalisme?
A
Dé-agrariseren van het platteland
B
Verlagen van handelstarieven
C
Afschaffen van overheidssubsidies
D
Privatisering van staatsbedrijven
Slide 4 - Quiz
Wat betekent tijdruimte compressie?
A
Proces waarbij de absolute afstand steeds langer wordt
B
Proces waarbij de absolute afstand steeds korter wordt.
C
Proces waarbij landen steeds meer met elkaar gaan handelen.
D
Proces waarbij de relatieve afstand tussen twee plaatsen door moderne transport- en informatietechnologie daalt.
Slide 5 - Quiz
Welke uitdagingen brengt de multipolaire wereldorde met zich mee?
A
Het minimaliseren van internationale samenwerking.
B
Het bevorderen van isolationistisch beleid en protectionisme.
C
Het beheersen van geopolitieke spanningen en het voorkomen van conflicten.
D
Het handhaven van een unipolaire machtsstructuur.
Slide 6 - Quiz
Welk economisch begrip hoort hier bij
A
Ruilvoet
B
Planeconomie
C
Tariefmuur
D
Imperialisme
Slide 7 - Quiz
Geef de juiste volgorde van globalisering
A
Imperialisme - Industrialisatie-Uitschuiving - Kolonialisme
B
Kolonialisme - Industrialisatie - Imperialisme - Uitschuiving
C
Imperialisme - Uitschuiving - Industrialisatie - Kolonialisme -
D
Kolonialisme - Imperialisme -
Industrialisatie - Uitschuiving -
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.
Slide 16 - Quiz
Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter
Slide 17 - Quiz
Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer
Slide 18 - Quiz
Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 19 - Quiz
In fase 1 van de demografische transitie is er
A
geen bevolkingsgroei
B
grote bevolkingsgroei
C
geringe bevolkingsgroei
D
bevolkingskrimp
Slide 20 - Quiz
Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 21 - Quiz
DEMOGRAFISCHE TRANSITIE
A
Chili zit in fase 1
B
Chili zit in fase 2
C
Chili zit in fase 3
D
Chili zit in fase 4
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen
Slide 25 - Quiz
Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen
Slide 26 - Quiz
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar
Slide 27 - Quiz
Bij sociale bevolkingsgroei.....
A
is het aantal immigranten groter dan het aantal emigranten
B
is het aantal immigranten kleiner dan het aantal emigranten
Slide 28 - Quiz
Wat is bevolkingsspreiding?
A
De hoeveelheid mensen op 1 km2
B
De toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
De verdeling van mensen in een gebied
D
Verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst
