Herhaling gehele lesbrief

Herhaling 
Lesbrief Vragers en Aanbieders
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling 
Lesbrief Vragers en Aanbieders

Slide 1 - Slide

Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. Bij een productie van 20.000 broden zijn de gemiddelde totale kosten per brood?
A
24.000
B
0,50
C
1,20
D
7

Slide 2 - Quiz

Bij welke hoeveelheid is er een bep?
A
bij 24 (x 10.000)
B
bij 4 (x 10.000)
C
bij 11 (x 10.000)
D
bij 22 (x 10.000)

Slide 3 - Quiz

Wat is averechtse selectie?
A
Uit individuele premiebetaling wordt vermogen gevormd voor de financiering van uitkeringen in de toekomst.
B
De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
C
Houdt in dat de mensen met een hoog risico zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico niet.
D
De verzekeraar is verplicht iedereen die zich aanmeldt te verzekeren tegen dezelfde premie.

Slide 4 - Quiz

Als de prijs van een complementair goed toeneemt, dan wordt de vraag naar het goed waarmee het verbonden is:
A
Hoger
B
Lager

Slide 5 - Quiz

Door een prijsstijging van 12% vermindert de vraag naar treinreizen van 500.000 naar 480.000.
I: Door de prijsstijging daalt de omzet van treinreizen
II: De vraag naar treinreizen is prijselastisch
A
Beide juist
B
I juist, II onjuist
C
I onjuist, II juist
D
Beide onjuist

Slide 6 - Quiz

Gegevens van meubelmakerij Kleinhout:
De gemiddelde verkoopprijs van een product is € 500.
De verkoopprijs verandert niet als het bedrijf meer of minder produceert.
De gemiddelde variabele kosten zijn € 350 per product.
De totale constante kosten bedragen € 30.000.
Bereken de winst bij een afzet van 210 producten.

A
€ 1.000
B
€ 1.500
C
€ 2.000
D
€ 2.500

Slide 7 - Quiz

Een verzekeringsmaatschappij wil een diefstalverzekering voor elektrische fietsen op de markt brengen. Uit onderzoek blijkt dat er 400.000 bezitters van elektrische fietsen zijn. De verzekeringsmaatschappij verwacht dat 25% van de bezitters zich verzekert. De gemiddelde dagwaarde van een elektrische fiets bedraagt € 1.500. Per jaar worden er gemiddeld 5% van de elektrische fietsen gestolen. De verzekeringsmaatschappij calculeert 10% voor kosten en winst.

Bereken de hoogte van de jaarlijkse verzekeringspremie.

A
€ 75
B
€ 77,50
C
€ 80
D
€ 82,50

Slide 8 - Quiz

Het zich onverantwoordelijk/roekeloos gedragen van verzekerden, omdat ze toch verzekerd zijn, noemen we ...

Slide 9 - Open question

Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de vraaglijn?
A
Afname van het aantal consumenten
B
Verslechtering kwaliteit concurrerende producten
C
Toename besteedbaar inkomen
D
Toename productiviteit

Slide 10 - Quiz

Welke kleur heeft consumenten surplus?
A
Groen
B
Blauw
C
Rood
D
Geel

Slide 11 - Quiz

TO = 15q
TK = 7q + 400.000

Bereken de break-evenomzet
A
50.000
B
400.000
C
750.000
D
1.000.000

Slide 12 - Quiz

Welke groep behoort NIET tot de niet-beroepsbevolking?
A
Studenten
B
Huisvaders
C
Werklozen
D
Arbeidsongeschikten

Slide 13 - Quiz

Bereken bij p =2
Qv en Qa
A
Qv > Qa dus een vraagoverschot
B
Qv>Qa dus een aanbodoverschot
C
Qv < Qa dus een vraagoverschot
D
Qv < Qa dus een aanbodoverschot

Slide 14 - Quiz

Wat is het gevolg voor de evenwichtsprijs wanneer de aanbodlijn naar rechts verschuift.
A
de evenwichtsprijs daalt.
B
de evenwichtsprijs stijgt.

Slide 15 - Quiz

De werkgelegenheid bestaat uit ...
A
werkende zelfstandigen, werknemers en vacatures
B
werkende zelfstandigen en werknemers
C
werknemers en vacatures
D
werknemers

Slide 16 - Quiz

Door het coronavirus daalt het inkomen van veel mensen. Ze hebben niet veel geld meer over voor een nieuwe auto. Hierdoor:
A
Vindt er een verschuiving plaats naar rechts op de vraaglijn
B
Vindt er een verschuiving plaats naar links op de vraaglijn
C
Vindt er een verschuiving plaats naar rechts van de hele vraaglijn
D
Vindt er een verschuiving plaats naar links van de hele vraaglijn

Slide 17 - Quiz

Jan gedraagt zich roekeloos/onvoorzichtig, omdat hij weet dat de verzekering toch wel betaalt.

Dit is een voorbeeld van ...

Slide 18 - Open question

Gegevens:
Werklozen: 310.000
Werknemers: 7.500.000
Zelfstandigen: 1.500.000
Vacatures: 280.000

Bereken de vraag naar arbeid
A
1.780.000
B
7.810.000
C
9.280.000
D
9.310.000

Slide 19 - Quiz