Mentorles week 4: hh invloed, aantekeningen maken

Waar ging de mentorles vorige week ook alweer over? We hebben toen een filmpje ergens over gekeken en met elkaar besproken. Wat was dat? Hint:
1 / 17
next
Slide 1: Open question
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waar ging de mentorles vorige week ook alweer over? We hebben toen een filmpje ergens over gekeken en met elkaar besproken. Wat was dat? Hint:

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Slide

Wat is meestal de grootste cirkel?
A
De cirkel van controle
B
De cirkel van invloed
C
De cirkel van zorgen

Slide 3 - Quiz

De mevrouw in het filmpje gaf een tip: welke cirkel moet je proberen zo groot mogelijk te maken?
A
De cirkel van controle
B
De cirkel van invloed
C
De cirkel van zorgen

Slide 4 - Quiz

Hoe maak je de cirkel van invloed zo groot mogelijk?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Voorbeelden nav jullie verhalen over online lessen en tw 2
Lessen online, toetsen...
Voorbereiding, omgeving, concentratie...
Keuzes: acties!

Slide 7 - Slide

Je hebt zelf invloed op je concentratie tijdens de les! Hoe kun je die bijvoorbeeld verbeteren?

Slide 8 - Open question

Dikke tip: afleiding zo ver mogelijk houden

- Telefoon niet nodig? Weg ermee!
- Chat, Whatsapp...
- Check jezelf

Slide 9 - Slide

Dikke tip: aantekeningen maken tijdens de (online) les

- Waarom? Wanneer?
- Hoe doe je dat goed? Oefenen!

Slide 10 - Slide

Oefenen! - ronde 1
Pak pen en papier. Je docent leest een tekst voor. Schrijf alles op.

Slide 11 - Slide

Oefenen! - ronde 2
Je docent leest weer een tekst.
Schrijf op hoeveel signaalwoorden je hoort.Wat zijn dat..?!

Slide 12 - Slide

Signaalwoordeen
Signaalwoorden maken het verband duidelijk tussen de dingen die de docent zegt. Zodra je docent een signaalwoord noemt, kun je je pen in de aanslag houden: nu komt er waarschijnlijk belangrijke informatie!

Voorbeelden:
• Hoor je ten eerste, ten tweede, ...? Dan geeft je docent een opsomming.
• Hoor je eerst, daarna, vervolgens? Dan vertelt je docent in welke volgorde iets is gebeurd.
• Hoor je enerzijds en anderzijds? Dan belicht je docent een onderwerp van verschillende kanten.
• Hoor je kortom of al met al? Dan geeft je docent een conclusie of samenvatting.
• Hoor je doordat, de reden voor ... is ... of als gevolg van? Dan legt je docent een oorzaak en gevolg uit.
• Hoor je bijvoorbeeld of zoals? Dan geeft je docent een voorbeeld.

Slide 13 - Slide

Oefenen! - ronde 2
Je docent leest weer een tekst.
Schrijf op hoeveel signaalwoorden je hoort.

Slide 14 - Slide

Oefenen! - ronde 3
 Je docent vertelt verder.
Tijdens het vertellen mag je alleen luisteren, niet schrijven.
• Na elk stukje tekst stopt je docent even.
• Schrijf dan de belangrijkste informatie, de kern, van dat stukje tekst op.

Slide 15 - Slide

Oefenen! - ronde 4
Kijk naar je aantekeningen van ronde 3. Verkort je aantekeningen.
• Waar kun je afkortingen of symbolen gebruiken?
• Waar is het handig om een markering te gebruiken?
• Schrijf je aantekeningen opnieuw op met afkortingen en symbolen.
• Gebruik kleurtjes om in je aantekeningen te markeren wat belangrijk is.

Slide 16 - Slide

Oefenen! - ronde 5
Gebruik wat je geleerd hebt. Je docent vertelt verder. Maak korte aantekeningen. Schrijf alleen op wat belangrijk is en gebruik afkortingen, symbolen en markeringen.

Slide 17 - Slide