Les rond de stijlfouten: tautologie, contaminatie en pleonasme. Oefeningen.
Les rond de stijlfouten: tautologie, contaminatie en pleonasme. Oefeningen.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Les rond de stijlfouten: tautologie, contaminatie en pleonasme. Oefeningen.
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je de verschillende stijlfouten herkennen en toepassen in oefeningen.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les moeten kunnen en waarom dit belangrijk is. Dit geeft duidelijkheid en motivatie.
Wat weet je al over de stijlfouten tautologie, contaminatie en pleonasme?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Stijlfouten
Stijlfouten zijn fouten in het taalgebruik waardoor de tekst onduidelijk of verwarrend kan worden.
Slide 4 - Slide
Leg kort uit waar stijlfouten voor staan en wat het belang is om deze te herkennen.
Tautologie
Tautologie is het gebruik van twee of meer woorden die hetzelfde betekenen in één zin. Bijvoorbeeld: 'de witte sneeuw' of 'de ronde cirkel'.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat tautologie is en geef enkele voorbeelden.
Contaminatie
Contaminatie is het door elkaar halen van twee woorden of uitdrukkingen. Bijvoorbeeld: 'Dat slaat als een tang op een varken' in plaats van 'Dat slaat nergens op'.
Slide 6 - Slide
Leg uit wat contaminatie is en geef enkele voorbeelden.
Pleonasme
Pleonasme is het gebruik van twee woorden die samen een overbodige herhaling vormen. Bijvoorbeeld: 'de natte regen' of 'de stille stilte'.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat pleonasme is en geef enkele voorbeelden.
Oefeningen
Nu gaan we oefenen met het herkennen en verbeteren van stijlfouten.
Slide 8 - Slide
Vertel de leerlingen dat ze nu gaan oefenen met het herkennen en verbeteren van stijlfouten. Leg uit wat de bedoeling is van de oefeningen.
Oefening 1
Verbeter de volgende zin: 'Ik ga even naar de pinautomaat om geld te pinnen'.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 2
Verbeter de volgende zin: 'Hij is erg druk bezig met zijn werkzaamheden'.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 3
Verbeter de volgende zin: 'De oude oma is al op leeftijd gekomen'.
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 4
Verbeter de volgende zin: 'Ik heb het helemaal zelf gedaan zonder hulp van anderen'.
Slide 12 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 5
Verbeter de volgende zin: 'Het is een feit dat het werkelijk gebeurd is'.
Slide 13 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 6
Verbeter de volgende zin: 'De kleine baby is nog maar een paar weken jong'.
Slide 14 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 7
Verbeter de volgende zin: 'Ze is zwanger in verwachting van een baby'.
Slide 15 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 8
Verbeter de volgende zin: 'Het is een gratis cadeau voor niets'.
Slide 16 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 9
Verbeter de volgende zin: 'Hij heeft de hele nacht wakker gelegen zonder te slapen'.
Slide 17 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Oefening 10
Verbeter de volgende zin: 'Hij heeft het zelf met zijn eigen ogen gezien'.
Slide 18 - Slide
Laat de leerlingen de zin verbeteren en vraag hen om de stijlfout te benoemen.
Conclusie
Goed gedaan! Nu weet je wat tautologie, contaminatie en pleonasme zijn en kan je ze herkennen en verbeteren in een tekst.
Slide 19 - Slide
Sluit de les af met een korte samenvatting en complimenteer de leerlingen. Herhaal het belang van het kunnen herkennen en verbeteren van stijlfouten.
Bronnen
Bronnen: Taaladvies.net, Onze Taal
Slide 20 - Slide
Vermeld de bronnen waar de informatie vandaan komt en waar de leerlingen meer informatie kunnen vinden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 22 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 23 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.