2.4 - Nederland in het interbellum

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Herhaling 2.3 + afkijken filmpje
3. Uitleg 2.4
4. Aan de slag in het werkboek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Herhaling 2.3 + afkijken filmpje
3. Uitleg 2.4
4. Aan de slag in het werkboek

Slide 1 - Slide

2.4 Nederland in het interbellum

Slide 2 - Slide

2.4 NL in het interbellum
Leerdoelen
1. Je weet welke sociale verdeling bestond in Nederland
2. Je weet hoe de economie zich ontwikkelde
3. Je weet welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden

Slide 3 - Slide

1. Een verzuilde samenleving

Slide 4 - Slide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Nakijken huiswerk
3. Uitleg 2.4
4. Filmpje crisis in NL vanaf 6 minuten

Slide 5 - Slide

Antwoorden

6. a Bijvoorbeeld: Hij zei dat dit het teken was dat het 'joods bolsjewisme’ op het punt stond Duitsland over te nemen. Hij verbood de communistische partij die daardoor niet mee kon doen aan de verkiezingen.
b Bijvoorbeeld: Voor: Een meerderheid van de Rijksdag stemde voor de machtigingswet. Tegen: Door valse beloftes van de nazi's stemden andere partijen voor de machtigingswet.
c Bijvoorbeeld: Hierdoor eindigde de democratische Weimarrepubliek en begon de dictatuur van nazi-Duitsland. 

8
a A, B, D
b Bijvoorbeeld: Het ministerie voor Propaganda ging alle kranten, films en de radio controleren. Het onderwijs moest de nazi-ideologie volgen.
c Bijvoorbeeld: Hitler werd als Führer van het Duitse volk vereerd tijdens massabijeenkomsten.
d geweren, tanks, kleding
e Hij breidde het leger uit, voerde de dienstplicht weer in en liet autowegen aanleggen.
f Bijvoorbeeld: Door de maatregelen verdween de werkloosheid en dat vonden mensen goed. 









Slide 6 - Slide

Antwoorden
1

a katholieken, protestanten, liberalen, socialisten
b politieke partijen, kranten, ziekenfondsen, sportclubs, scholen, radioverenigingen (omroepen)
c Bijvoorbeeld: Met hun absolute meerderheid namen confessionelen een wet aan die de radiozendtijd gelijk verdeelde tussen de vier zuilen.
d Bijvoorbeeld: Mensen wilden geen contact hebben met ‘andersdenkenden’.
e Bijvoorbeeld: Daar hadden ze gezamenlijke belangen. 


3. a Er was nauwelijks werkloosheid, de welvaart groeide en er kwam meer vrije tijd.
b Bijvoorbeeld: De industriële productie en handel daalden tot minder dan de helft.
c Bijvoorbeeld: Die uitkering werd dan stopgezet.
d Bijvoorbeeld: Ze pasten hun overheidsuitgaven aan de dalende inkomsten, bijvoorbeeld verlaging van de werklozenuitkeringen.
e 1 E, 2 C, 3 B, 4 A en B 












Slide 7 - Slide

2. Welvaart en armoede
De economische wereldcrisis raakt ook NL -> productie loopt af en werkloosheid loopt op

Uitkering en stempelen voor werklozen

Colijn grijpt in:
- bezuinigen door aanpassingspolitiek
- lagere salarissen
- Hij wilt de Gouden Standaard niet loslaten
-> de crisis wordt erger

Slide 8 - Slide


Aanpassingspolitiek
1934



Minder uitgaven, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen

Slide 9 - Slide

Crisis in Nederland
  • Handel met de VS en Duitsland komt stil te staan.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 10 - Slide

Einde crisis
  • Pas vanaf 1936 leefde de economie weer op
  • Oorzaak: Colijn besloot, na aandringen, om De Gouden Standaard toch los te laten

De Gouden Standaard:
  • Waarde van munten was gekoppeld aan goud
  • Andere landen lieten deze standaard los →
     producten werden goedkoper
  • Nederlandse producten bleven juist duur
  • Door loslaten steeg de economie meteen


Slide 11 - Slide

3. Politieke ontwikkelingen
Veel kritiek op de democratie: slap geregeerd

Gevolg
NSB van Anton Mussert komt op

Maar totalitaire partijen maken weinig kans:
- NL deed niet mee met WO1
- Verbod voor ambtenaren om lid te zijn van de NSB
- Mensen voelen zich prettig in hun zuil
- Colijn werd gezien als 'sterke' leider

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Planning
1. Vragen over de stof?
2. Herhalen H1 en H2
3. Aan de slag

Slide 14 - Slide

Oefenen
Maak de verdiepingsvragen om bronvragen te oefenen:
H1: 2 en 4
H2: 7, 2 en 4

Slide 15 - Slide