Nederlands hoofstuk 3

Nederlands hoofstuk 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Nederlands hoofstuk 3

Slide 1 - Slide

Is de zin een feit of mening?
Ik vind mijn stagebegeleider aardig.
A
Feit
B
Mening

Slide 2 - Quiz

Is het een feit of mening?

Het is vandaag 20 graden.
A
Feit
B
Mening

Slide 3 - Quiz

Is de zin een feit of mening.

Het is een grote rotzooi, zonde.
A
Mening
B
Feit

Slide 4 - Quiz

Is het een feit of mening?

Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van dit plaatje bij de tekst?
A
Extra uitleg
B
De tekst leuker maken
C
Nieuwe informatie geven.

Slide 6 - Quiz

Wat is het doel van de afbeelding?
A
Extra uitleg
B
De tekst leuker maken
C
Aandacht trekken

Slide 7 - Quiz

In ........ noem je nog een keer het doel van je tekst. Daarna sluit je af met een mooie slotzin.
A
het slot
B
de inleiding
C
de kern

Slide 8 - Quiz

Ik lees een tekst over winkelen. Ik wil graag weten in welke stad ik goed kan shoppen. Welke strategie gebruik ik?
A
Verkennend
B
Intensief
C
Zoekend

Slide 9 - Quiz

Hoe weet je of er een nieuw deelonderwerp begint?
A
Tussenkopjes
B
Slot

Slide 10 - Quiz

Je hebt een gesprek met een collega bij het koffiezetapparaat.
Is dat formeel of informeel?
A
Informeel
B
Formeel

Slide 11 - Quiz

Je hebt een stagegesprek is dat formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste verbindingswoord in.

Het gaat regenen.... het blijft droog
A
maar
B
of
C
soms
D
daardoor

Slide 13 - Quiz