Dictee Spelling (6 woorden, 1 zin)

Spelling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Dictee
Hoe pak je het dictee aan?
1. Je hoort het woord.
2. Je schrijft het woord op in je schrift.
3. Je krijgt bedenktijd in je groepje.
4. Iemand uit het groepje typt het woord in.
5. We kijken samen de antwoorden na!

Slide 2 - Slide

Woord 1

Slide 3 - Open question

Woord 2

Slide 4 - Open question

Woord 3

Slide 5 - Open question

Woord 4

Slide 6 - Open question

Woord 5

Slide 7 - Open question

Woord 6

Slide 8 - Open question

Zin

Slide 9 - Open question

Even herhalen
Je herhaalt de zinsdelen.

Slide 10 - Slide

In welke tijd staat de zin:
{zin uit dictee invoegen}
{geef het goede antwoord aan}
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de zin:
{voeg de zin toe}

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin:
{voeg de zin toe}

Slide 13 - Open question

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de zin:
{voeg de zin toe}

Slide 14 - Open question

Wat zijn de werkwoorden in de zin:
{voeg de zin toe}

Slide 15 - Open question