Woche 39

A2a Duits, Woche 39
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

A2a Duits, Woche 39

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht

Slide 3 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: regelmatige werkwoorden t.t.
Woordjes leren
Freitag (80 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V1
Aussprache
Die Zauberflöte
Das Wunder 
von Bern
Montag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V2
Woordjes leren

Slide 4 - Slide

Lektion 2
KB S. 18 (10)
AB S. 19 (9-11)

Slide 5 - Slide

Grammatik: V2
Op welke plek staat het werkwoord in de onderstaande zinnen?

- Wer ist das? > Das ist Hanna.
- Wie kennst du Hanna? > Sie ist meine Schwester.
- Was ist dein Lieblingsfach? > Mein Lieblingsfach ist Deutsch.
- Wo wohnst du? > Ich wohne in Amsterdam.
- Wann hast du Geburtstag? > Ich habe am 8. Juli Geburtstag.

Slide 6 - Slide

Grammatik: V2
V2 = werkwoord (Verb) staat op de tweede plek in de zin.

Dit is altijd het geval bij een... 
- zin met een vraagwoord (W-Frage)
- zin met een bewering (Aussagesatz)

Denk maar gewoon aan het Nederlands!

Slide 7 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: regelmatige werkwoorden t.t.
Woordjes leren
Freitag (80 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V1
Aussprache
Die Zauberflöte
Das Wunder 
von Bern
Montag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V2
Woordjes leren

Slide 8 - Slide

Lektion 2
KB S. 19 (11-13)
AB S. 20-21 (12-14)

Slide 9 - Slide

Werkwoorden (= Verben)
kommen
heißen
spielen
sein
ich (= ik)
komme
heiße
spiele
bin
du (= jij)
kommst
heißt
spielst
bist
er/sie/es (= hij/zij/het)
kommt
heißt
spielt
ist
wir (= wij)
ihr (= jullie)
sie/Sie (= zij/U)

Slide 10 - Slide

Grammatik
Welk ezelsbruggetje kun je nu maken van alle uitgangen?

Slide 11 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: regelmatige werkwoorden t.t.
Woordjes leren
Freitag (80 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V1
Aussprache
Die Zauberflöte
Das Wunder 
von Bern
Montag (40 Min.)

Lektion 2
Grammatik: V2
Woordjes leren

Slide 12 - Slide

Vertaal:
Versie A
Versie B
de muziek
wiskunde
ik ook
ik niet
vandaag
misschien, wellicht
fout, onjuist
geen zin
de sport
wat

Slide 13 - Slide

Lektion 2
KB S. 19 (14)
AB S. 21-22 (15-18)

Slide 14 - Slide

Grammatik: V1
De persoonsvorm van de zin komt niet altijd op de tweede plek (zoals je maandag geleerd hebt).

- Ist das Hanna? > Ja, da steht sie.
- Kommt Hanna auch zur Party? > Nein, sie bleibt zu Hause.
- Wohnt Hanna in Zaandam? > Nein, sie wohnt in Wageningen.
- Ist Hanna Studentin? > Ja, sie studiert Biologie.

Slide 15 - Slide

Grammatik: V1
V1 = werkwoord (Verb) staat op de eerste plek in de zin.

Dit is altijd het geval bij een... 
- vraagzin met een ja/nee-antwoord (Ja/Nein-Frage)

Denk maar gewoon aan het Nederlands!

Slide 16 - Slide

Aussprache
AB S. 22 (19-21)

Slide 17 - Slide

Hausaufgaben für Freitag
- Maken:

- Leren: 



Slide 18 - Slide

Hausaufgaben für Montag
- Maken: 

- Leren: 



Slide 19 - Slide