H2.1 Sparen of beleggen (les 1)

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag

  • Leg je boek (+schrift) klaar. Pen/potlood. 

  • GEEN TASSEN OF ANDERE SPULLEN OP TAFEL.

timer
1:30

Slide 1 - Slide

Vandaag

Economie toets bespreken
Herkansing
H2

Slide 2 - Slide

Stappenplan eco vragen
  • Wat word er van je gevraagd?
  • Welke formule/theorie heb ik hiervoor nodig? 

  • Schrijf een volledige omschrijving/berekening op.( Alles wat je op je rekenmachine intypt schrijf je ook op!
  • Schrijf je antwoord op.

Slide 3 - Slide

Toets

Ik deel de toets uit.

Let op en schrijf mee.
Je kan 2 punten extra verdienen.

Slide 4 - Slide

Belangrijke tips
  • Schrijf ALTIJD iets op.
  • Klaar? Controleer je toets!!
  • Neem je rekenmachine mee.

Slide 5 - Slide

Nieuwe spelregel
  • Je schrijft altijd met blauw of zwart.
  • Géén potlood.
  • Géén rood.

Ik kijk je toets NIET na.

Slide 6 - Slide

Nieuwe spelregel huiswerk
  • Schrift/boek/rekenmachine 
  • Aantekeningen
  • Huiswerk

Vanaf volgende week maandag!

Slide 7 - Slide

H2 Omgaan met geld


Wat kan je met je geld doen?
Heb je altijd genoeg geld?
Hoe bewaar jij je geld?

Slide 8 - Slide

H2.1 Sparen of beleggen?

Slide 9 - Slide

Wat is sparen?

Slide 10 - Slide

Wat is sparen?
Niet uitgeven, maar (een deel van) je geld bewaren.

Slide 11 - Slide

Wat is beleggen?

Slide 12 - Slide

Wat is beleggen?
Investeren van geld in bijvoorbeeld aandelen of obligaties met het doel hieraan te verdienen. De opbrengst is onzeker.

Slide 13 - Slide

Spaarmotieven
Wat zijn dit?

Slide 14 - Slide

Spaarmotieven
Schrijf mee!

Slide 15 - Slide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.

Slide 16 - Slide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
  2. Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.

Slide 17 - Slide

Spaarmotieven
  1. Sparen voor een doel: je wilt iets kopen wat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
  2. Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.
  3. Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
blz 36
opdrachten 1 + 2

Huiswerk voor maandag 2e uur.
timer
6:00

Slide 19 - Slide