2.4 Economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis
Hfs 2 par 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De economische wereldcrisis
Hfs 2 par 4

Slide 1 - Slide

vragen over de paragraaf

Slide 2 - Slide

Wat is kapitalisme? Eén begrip hoort er NIET bij.
A
concurrentie
B
winst maken
C
vrij ondernemerschap
D
mercantilisme

Slide 3 - Quiz

In welke jaren was deze crisis van het wereldkapitalisme?
A
de jaren tien
B
de jaren twintig
C
de jaren dertig
D
de jaren veertig

Slide 4 - Quiz

In welk land begon de crisis van het wereldkapitalisme?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Japan
D
Verenigde Staten

Slide 5 - Quiz

Welk jaar stortte de beurs in New York in?
A
1918
B
1928
C
1929
D
1933

Slide 6 - Quiz

Wat is een aandeel?
A
een stukje van een bedrijf waarmee je winst kan maken
B
een markt waar je stukjes van bedrijven kan kopen
C
een cryptomunt waarmee je in de digitale wereld kan betalen
D
een stukje van iets

Slide 7 - Quiz

Wat was GEEN oorzaak van de crisis in de VS?
A
de VS had geld geleend aan Duitsland
B
overproductie landbouw
C
aandelen gekocht met geleend geld
D
banken leende te gemakkelijk geld uit

Slide 8 - Quiz

Wat is de goede volgorde? Koppel de cijfers (1 is als eerste)aan de juiste tekst.
De consumptie daalde en fabrikanten raakten hun producten niet meer kwijt
Mensen die aandelen met geleend geld hadden gekocht konden hun schulden niet meer afbetalen
Duizenden bedrijven gingen failliet en miljoenen raakten werkloos
Banken gingen failliet
1
2
3
4

Slide 9 - Drag question

Wat waren de internationale gevolgen van de crisis in de VS?
A
landen moesten elkaar steunen
B
de internationale handel stortte in elkaar
C
Europa richtte een steunfonds op
D
er ontstond een wereldwijde crisis

Slide 10 - Quiz

Waardoor stortte de internationale handel in na de crisis in de VS?
A
Doordat de aandelen niks meer waard waren
B
Door de geldleningen van de VS aan Europa
C
Amerikaans protectionisme
D
Doordat in Europa de koopkracht terugliep

Slide 11 - Quiz

Laatste twee vragen 
(niet uit het boek)

Slide 12 - Slide

Wat is GEEN gevolg van de wereldwijde crisis in de jaren dertig?
A
mensen sluiten zich aan bij het communisme
B
mensen sluiten zich aan bij het fascisme
C
mensen vertrouwden op hun democratische regeringen
D
democratische regeringen leken zwak

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt deze wereldwijde crisis ook welk genoemd?
A
De Donkere Jaren
B
De Grote Depressie
C
De Grote Crisis
D
De Vloek van het Kapitalisme

Slide 14 - Quiz

Aantekeningen 
waarom belangrijk?
oorzaken
verloop
gevolgen

Slide 15 - Slide

Waarom is dit zo belangrijk?
- eerste wereldwijde crisis kapitalisme
- gevolgen voor wereldgeschiedenis
(opkomst fascisme bv.)
- lessen trekken voor toekomst
(crises voorkomen?)

Slide 16 - Slide

Hoe ontstond de 'Grote Depressie'?


1. oorzaken VS
2. beurscrash wordt crisis
3. crisis wordt wereldwijd

Slide 17 - Slide

Oorzaken VS
  • overproductie landbouw en industrie jaren twintig
- gevolg WOI
  • bevolking in schulden > aandelen en luxeproducten
  • banken leenden te makkelijk geld uit

Slide 18 - Slide

Beurscrash 1929
- aandelen Wallstreet ingestort
- Domino: geld aandelen niet terug betalen > banken failliet > consumptie loopt terug > bedrijven failliet > massale werkeloosheid en armoede > enz......

Slide 19 - Slide

Gevolgen wereldwijd
- internationale handel stort in > door Amerikaans protectionisme
- VS eisen leningen terug Duitsland
>> diepe crisis Europa > massale werkeloosheid en armoede

Slide 20 - Slide

Lange termijngevolgen
- fascisme en communisme krijgen meer aanhang
- Hitler kan opkomen in Duitsland

Slide 21 - Slide

Afsluitende vraag

Slide 22 - Slide

Economie VS: Zet op chronologische volgorde
1
2
3
4
VS eisen leningen terug van Duitsland
De beurs in New York stort in
Massale werkeloosheid VS
Mensen kopen aandelen met geleend geld

Slide 23 - Drag question

Maak 1 t/m 5 

Slide 24 - Slide