MYP1 donderdag 11 januari
1 / 17
Lesson duration is: 90 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
A
Noun
B
Adjective
C
Verb
Slide 5 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
A
Noun
B
Adjective
C
Verb
Slide 6 - Quiz
Ik steek het licht aan
A
omdat wil ik lezen een boek.
B
omdat ik wil lezen een boek
C
omdat ik een boek wil lezen
Slide 7 - Quiz
Ik steek het licht aan
A
want wil ik lezen een boek
B
want ik een boek wil lezen
C
want ik wil een boek lezen
Slide 8 - Quiz
Ik ben te laat
A
omdat mijn fiets was stuk
B
omdat mijn fiets stuk was
C
omdat stuk mijn fiets was
Slide 9 - Quiz
Hij heeft me verteld dat
A
hij goed kan zwemmen.
B
hij kan goed zwemmen.
C
hij zwemmen kan goed.
Slide 10 - Quiz
Ik voorspel dat
A
wordt het morgen heel koud.
B
het wordt morgen heel koud.
C
het morgen heel koud wordt.
Slide 11 - Quiz
Hij heeft me verteld dat
A
hij goed kan zwemmen.
B
hij kan goed zwemmen.
C
hij zwemmen kan goed.
Slide 12 - Quiz
Sprookjes beginnen altijd met...
A
En lang geleden gebeurde het...
B
er was eens ....
C
in een heel ver verleden...
D
het goede antwoord staat er niet bij.
Slide 13 - Quiz
Perfectum/ voltooid deelwoord
A
Ik ging schaatsen
B
Ik schaatste
C
Ik heb geschaatst
