2.2 Spiegels

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

§ 2.1 LICHT EN ZICHT

 Lesplanning:

1. Introductie (PowerPoint)
2. 
   

2.2 Spiegels

Leg je schrift, pen en laptop klaar

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom een spiegelbeeld ontstaat en je kunt deze tekenen. 
• Je kunt de spiegelwet toepassen om een teruggekaatste lichtstraal te tekenen.

Welke soort schaduw zie je onder je tafel?

1. Halfschaduw
2. Kernschaduw
3. Halfschaduw en kernschaduw

Welk getal geeft
de halfschaduw
aan?

1

2

1. 1
2. 2

Welk beeld vertoont diffuse
reflectie en welk beeld
spiegelende reflectie?

1. a. Diffuus b. Spiegelend
2. a. Spiegelend b. Diffuus
3. Beide diffuus
4. Beide spiegelend

Spiegels

Het weerkaatsen van licht heet reflectie.

Diffuse reflectie (a): reflectie in meerdere 

richtingen.

Spiegelende reflectie (b): reflectie in één richting.

Hoe wordt licht voornamelijk gereflecteerd door een metalen plaat?

1. Diffuus
2. Spiegelend

Hoe wordt licht voornamelijk gereflecteerd door de muur?

1. Diffuus
2. Spiegelend

Noteer

Ruwe oppervlakken reflecteren vooral diffuus.

Gladde oppervlakken reflecteren vooral spiegelend.

Meestal is er een combinatie van diffuse en spiegelende reflectie.

De spiegelwet

Bij spiegelende reflectie geldt:

De hoek van inval (i) = de hoek van terugkaatsing (t)

De spiegelwet gebruiken

Noteer

Stap 1: teken de normaal

Stap 2: meet de hoek van inval met je geodriehoek

Stap 3: pas de hoek van terugkaatsing af met je geodriehoek

Stap 4: teken de teruggekaatste lichstraal

Spiegelbeeld

Spiegelbeeld: het beeld dat je ziet als je in een spiegel kijkt.

Het is virtueel want het bestaat 

niet echt

Spiegelbeeld

De afstand van het beeld tot de spiegel, de beeldafstand (b), is gelijk aan de afstand van het origineel tot de spiegel, de voorwerpsafstand (v).

Deze les geleerd

• Je kunt uitleggen waarom een spiegelbeeld ontstaat en je kunt deze tekenen.
  
• Je kunt de spiegelwet toepassen om een teruggekaatste lichtstraal te tekenen.

Eigen werk

2.2 bestuderen

Opgave 1 4, 16, en 19 maken

Opgave 22 maken en klassikaal bespreken

a boven

b rechts

c achter

d C