§5.6 ontwikkelingssamenwerking

H5.6 Ontwikkelingssamenwerking

T.boertien@ooz.nl
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.6 Ontwikkelingssamenwerking

T.boertien@ooz.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. Drie herhalingsvragen H5
2. Uitleg §5.6
3. Aan de slag huiswerk 
4. Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik kan verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking noemen.
  • Ik kan aangeven wanneer de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking worden toegepast.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

             Vraag 1
Lage besteding
Lage productie
Armoede
Werkloosheid

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions



Vraag 2: Een Monocultuur heeft negatief
effect op de ruilvoet
A
juist
B
niet juist
C
juist en niet juist

Slide 5 - Quiz

Als ze minder voor hun export krijgen en tegelijk hetzelfde of meer voor hun import moeten betalen, daalt hun ruilvoet. 

Vraag 3: Totaal heeft een land 1.200 inwoners
In een jaar verdienen zij samen € 389.820

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Ontwikkelingsamenwerkingen
Hulpverlening aan en in overleg met ontwikkelingslanden.

1. Noodhulp: Hulp om de ergste gevolgen op te vangen (ramp)
2. Structurele hulp: biedt een blijvende oplossing voor een probleem 
3. (on)gebonden hulp: Hulp aan ontwikkelingslanden waaraan (geen) voorwaarden verbonden zijn.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bilaterale/ internationale hulp 
Bilaterale hulp (rechtstreeks aan ontwikkelingslanden);

Hulp via internationale instellingen.
Bijv: Verenigde Naties, Wereldbank of Internationaal monetair fonds, WTO


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

kleine lening die wordt verstrekt aan kleinde ondernemers in ontwikkelingslanden
Streeft er naar de vrijhandel op de wereld te bevorderen
Gericht op het weg nemen van de oorzaken van armoede
Rechtstreekse hulp van het land aan het andere land
Er zijn voorwaarden voor de gegeven hulp
Het ontwikkelingsland is vrij om te bepalen wat ze met het geld doen
Microkrediet
WTO
Structurele hulp
Bilaterale hulp
Gebonden hulp
Ongebonden hulp

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag
Zelfstandig maken: 
  • Hoofdstuk: 5 paragraaf: 6
  • Opdracht(en): 1 t/m 9
  • Tijdsduur: 20 minuten
  • Klaar?: huiswerk ander vak

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Bedenk bij elk soort hulpverlening een voorbeeld
Nood hulp
Structurele hulp
Gebonden hulp
Ongebonden hulp
Internationale instelling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions