This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Leerdoelcheck 8.1
Slide 1 - Slide
8.1: Wat moet je weten?
Wat de verschillen zijn tussen het noordpool- en het zuidpoolgebied
De verklaring van het klimaat in de poolgebieden
De verklaring voor de lengte van dag en nacht in de poolgebieden
Slide 2 - Slide
Noordpoolgebied
Zuidpoolgebied
Zee-ijs
Landijs
Pinguïns
IJsberen
Extreem koud
Wel bevolking
Geen bevolking
Continent
Slide 3 - Drag question
Eén reden waarom het zo koud is op de polen:
Een deel van het zonlicht wordt weerkaatst door stofdeeltjes in de atmosfeer, bij de polen is deze afstand groter
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Hoe verklaart dit plaatje dat het zo koud is op de polen?
Antwoorden in volgende slide
Slide 5 - Slide
Leg met behulp van de vorige afbeelding uit waarom het zo koud is op de polen
Slide 6 - Open question
Wat is het albedo effect?
A
Een warme zeestroming
B
Zonlicht dat weerkaatst wordt op het ijs
C
Een bergachtig gebied
D
Een hoeveelheid zonlicht op iets
Slide 7 - Quiz
Welke invloed heeft de zeestroom (Westenwinddrift) op het zuidpoolgebied?
A
Het is een warme zeestroom waardoor de Zuidpool warme wind krijgt
B
Het is een koude zeestroom waardoor de Zuidpool koude wind krijgt
C
Deze zeestroom heeft geen invloed op het zuidpoolgebied
Slide 8 - Quiz
8.2: Wat moet je weten?
Wat grote verschillen zijn tussen Antarctica met of zonder ijs
Wat de relatie is tussen plaatbewegingen en de vorming van Antarctica
Waardoor een rift(zone) ontstaat en waarom daar vulkanen zijn
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Op de vorige afbeelding zag je het supercontinent ....
A
Palgia
B
Partia
C
Pangea
D
Pandia
Slide 11 - Quiz
De geologie van West-Antarctica heeft veel overeenkomsten met die van het Andesgebergte in Zuid-Amerika
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Een riftzone ontstaat door...
A
Convergentie
B
Subductie
C
Divergentie
D
Transforme beweging
Slide 14 - Quiz
Welk soort vulkaan hoort hierbij?
Vulkaan met steile hellingen die opgebouwd is uit lagen lava en pyroclastisch materiaal
A
Schilvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Caldeira
Slide 15 - Quiz
8.3: Wat moet je weten?
Wat de oorzaken en de gevolgen zijn van het vrijkomen van methaan
Wat de oorzaken en de gevolgen zijn van klimaatverandering op Groenland en de poolgebieden
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Moulins zorgen ervoor dat smeltwater aan de onderkant van het ijs komt, waardoor het ijs smelt en afbreekt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Noem een overeenkomst EN een verschil tussen CO2 en methaan
Slide 19 - Open question
Leg in stappen uit hoe het smelten van permafrost zorgt voor meer warmte op aarde
Slide 20 - Open question
De vorige vraag is een voorbeeld van een ...
A
Negatieve terugkoppeling
B
Positieve terugkoppeling
Slide 21 - Quiz
Als roetdeeltjes (dark snow) op het ijs terecht komen, wordt het albedo-effect
A
Verhoogd
B
Verlaagd
Slide 22 - Quiz
8.4: Wat moet je weten?
Wat de belangen zijn van de partijen die zich bemoeien met de strijd om de poolgebieden.
Wat de kansen en bedreigingen zijn voor de poolgebieden als het ijs smelt.
Slide 23 - Slide
Kansen als ijs smelt
Bedreigingen als ijs smelt
(inkomsten uit) nieuwe visgebieden
verdwijnen van de oorspronkelijke cultuur van de bewoners
Winning van olie en gas
Verstoring van het ecosysteem
Nieuwe scheepvaartroutes
Politieke onrust over de vraag van wie het gebied is
verdwijnen van de airconditioning van de wereld
Slide 24 - Drag question
In de exclusieve economische zone (EEZ) heeft de kuststaat geen visserijrechten meer of rechten om grondstoffen te winnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Als je kan aantonen dat de bodem van de Noordelijke IJszee uitmaakt van jouw continentale plat, dan wordt het grondgebied uitgebreid tot meer dan 370 km.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
8.5: Wat moet je weten?
Wat een kantelpunt is en welke gevolgen dit heeft
Wat adaptatie en mitigatie is en voorbeelden hiervan noemen.
Slide 27 - Slide
Wat is een kantelpunt?
Slide 28 - Open question
Noem een voorbeeld van mitigatie en een voorbeeld van adaptatie