Week 23: mon sport

Mon sport
Période 4
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mon sport
Période 4

Slide 1 - Slide

Période 4
  • PO2: fais un workout en ligne + mondeling 'mon sport' 5%
  • Toets luistervaardigheid 5%
  • SE1 en SE2 samen 10%

Slide 2 - Slide

Cette semaine (week 23) 
  • PO2: fais un workout en ligne (vrijdag deadline)
  • Tâche 4 (volgende week geen les vanwege Pinksteren)

Slide 3 - Slide

Fais un workout en ligne

Slide 4 - Slide

Fais un workout en ligne
  • Je maakt een sportinstructie filmpje
  • Intro
  • 5 oefeningen
  • Afsluiting
  • En français

Slide 5 - Slide

Fais un workout en ligne
  • Vrijdag 29 mei deadline (5 van de 25 punten al te pakken);
  • Op SOM staat de opdrachtbeschrijving en is ook het inleverpunt.

Slide 6 - Slide

Fais un workout en ligne: wat moet erin?
  • 5 oefeningen (vertel wat je doet en laat zien)
  • Zeg hallo en vertel wat voor les het is en wat je gaat doen;
  • Je gebruikt 2 keer een wederkerend werkwoord  
  • Zeg wat je nodig hebt voor deze les (een bal, een matje, gewichtjes)
  • Rond de les af  en wens een mooie dag 

Slide 7 - Slide

Introduction de ton cours

Slide 8 - Slide

9

Slide 9 - Video

00:11
Bonjour à tous! Bienvenue sur gym direct. Comment allez - vous?
A
Fijn dat jullie er zijn. We gaan beginnen.
B
Volg mij allemaal op gym direct.
C
Goed dat je meedoet, het wordt een zware les.
D
Hallo allemaal, welkom, hoe gaat het?

Slide 10 - Quiz

00:22
Welke delen van het lijf gaan we trainen?
A
buik, bovenbenen, billen
B
rug, buik, armen
C
rug, billen, buik
D
bovenbenen, billen, buik

Slide 11 - Quiz

00:28
Wat heb je nodig voor deze workout?
A
Un ballon
B
Un tapis
C
Une chaise
D
des poids

Slide 12 - Quiz

00:41
Hoe zeg je dat je klaar bent en dat we gaan beginnen?
A
D'accord, on va bouger les bras.
B
Pour commencer, inspirez fort.
C
Merci pour participer. à la prochaine!
D
Nous, on est prêt, c'est parti

Slide 13 - Quiz

00:54
Wat moet je doen als de instructrice zegt: "grandissez-vous"

Slide 14 - Open question

01:03
Wat doe je als de instructrice zegt: "tirez la taille"?

Slide 15 - Open question

01:31
"Descends et monte"
Wat betekent dat?

Slide 16 - Open question

01:47
On va faire un quad et un genou...
Wat doe je dan?

Slide 17 - Open question

03:13
"On fait quatre de chaque côté..."
Wat betekent dat?

Slide 18 - Open question

C'est clair?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

les cuisses

les abdos
le bras
les jambes
la tête

les genoux
les fessiers

Slide 21 - Drag question

Werkwoorden
  • Gebruik voor iedere oefening een werkwoord
  • Gebiedende wijs ('je'  vorm of 'vous' vorm)
  • 2x wederkerend werkwoord (se lever)

Slide 22 - Slide

Hoe zeg je in het Frans: draai je hoofd?
A
Tourner la tête
B
Tourne la tête
C
Tournons la tête
D
Tournez la tête

Slide 23 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans: beweeg je armen?
A
Bouges les bras
B
Bouger les bras
C
Bougez les bras
D
Bouge les bras

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Wederkerend werkwoord
  • Handig voor deze opdracht: s'entraîner, se lever, se reposer, s'échauffer (trainen, opstaan, uitrusten, warm draaien)
  • Als je wil zeggen 'sta op', zeg je in het Frans: 'lève-toi' of levez-vous' 
  • Als je wil zeggen 'rust uit', zeg je in het Frans: 'repose-toi' of 'reposez-vous

Slide 26 - Slide

Wanneer gebruik je 'lève-toi' en wanneer 'levez-vous'?

Slide 27 - Open question

Questions?

Slide 28 - Mind map