Paragraaf 5: Tussenletters in samenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

> Leg NieuwNederlands en je leesboek alvast op tafel

Terugblik

> Wanneer gebruik je:

.. een komma?

.. een punt?

.. een dubbele punt?

.. aanhalingstekens?

Paragraaf 5

Tussenletters in samenstellingen

Waar denk je aan?

Paragraaf 5

Rijstepap, groentesoep, pannenkoek, leeuwenbek, doventaal, moederskindje

Wanneer gebruik je welke tussenletters?

Paragraaf 5

> Heeft het ZN alleen een meervoud op -en? Dan schrijf je -en tussen de delen:

Huizenblok, want: huizen

Doventaal, want: doven

Pannenkoek, want: pannen

Paragraaf 5

> Heeft het ZN een meervoud op -en en/of -s? Dan schrijf je 

-e tussen de delen:

Groentesoep, want: groenten/groentes

Paragraaf 5

> Heeft het ZN een meervoud op -en en/of -s? Dan schrijf je 

-e tussen de delen:

Geboortekaartje, want: geboorten en geboortes

Paragraaf 5

> Heeft het ZN een meervoud op -en en/of -s? Dan schrijf je 

-e tussen de delen:

Breedtegraad, want: breedten/breedtes

Paragraaf 5

> Je schrijft ook een -e als het ZN:

- Geen meervoud heeft: rijst, dus rijstepap

- Er is er maar één van: zon, dus zonnestraal 

Paragraaf 5

> Je schrijft ook een -e als het linkerdeel geen ZN is

Jokkebrok (jokken = ww)

Rodekool (rode = bn)

Stekeblind (steken = bw)

Paragraaf 5

> Wel of geen -s?

- Schrijf de -s als je deze hoort:

Personeelschef (?!) > personeelsfeest

Schildersschool (?!) > schildersezel

Aan het werk!

> Maak opdracht 2, 3, 5 en 6 op blz. 201.

Klaar? Lezen in je leesboek. Volgende week uit!