What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
A2 herhalen Taal 1
A2 herhalen Taal 1
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
A2 herhalen Taal 1
Slide 1 - Slide
Hoe moeilijk denk je dat de taaltoets wordt voor jou?
Heel moeilijk
Een beetje moeilijk
Neutraal
Een beetje makkelijk
Heel makkelijk
Slide 2 - Poll
Waar moeten we tijdens de les nog aandacht aan besteden?
Slide 3 - Open question
Welke woordsoort?
De paaseitjes zijn heel LEKKER.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Onbepaald rangtelwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Bijwoord
Slide 4 - Quiz
Welke woordsoort?
De paaseitjes zijn HEEL lekker.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Onbepaald rangtelwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Bijwoord
Slide 5 - Quiz
Welke woordsoort?
Ik heb JE gisteren gezien.
A
Betrekkelijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Onbepaald voornaamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 6 - Quiz
Welke woordsoort?
Hij kocht gisteren EEN NIEUWE FIETS.
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp
Slide 7 - Quiz
Welke woordsoort?
Hij leende ZIJN BUURJONGEN de nieuwe fiets.
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp
Slide 8 - Quiz
Welke woordsoort?
Hij KWAM op de fiets aangereden.
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp
Slide 9 - Quiz
Welke woordsoort?
HIJ kwam op de fiets aangereden.
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp
Slide 10 - Quiz
Welke soort werkwoord?
Japan SCHIJNT mooi te zijn in het voorjaar.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
C
Koppelwerkwoord
Slide 11 - Quiz
Welke soort werkwoord?
Ik zal morgen de presentatie VOORBEREIDEN.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
C
Koppelwerkwoord
Slide 12 - Quiz
Zet strepen tussen de zinsdelen:
Dit weekend komt mijn beste vriendin van de basisschool bij ons logeren.
Slide 13 - Open question
We hielpen ELKAAR er weer bovenop.
A
Wederkerend voornaamwoord
B
Wederkerig voornaamwoord
Slide 14 - Quiz
Ik verslikte ME in mijn kauwgom.
A
Wederkerend voornaamwoord
B
Wederkerig voornaamwoord
Slide 15 - Quiz
Welk soort liggend streepje?
Natuur- en scheikunde
A
Koppelteken
B
Weglatingsstreepje
Slide 16 - Quiz
Schrijf aan elkaar en plaats een koppelteken waar nodig.
Vanille+ijs
Slide 17 - Open question
Schrijf aan elkaar en plaats een koppelteken waar nodig.
Dvd+hoesje
Slide 18 - Open question
Schrijf aan elkaar en plaats een koppelteken waar nodig.
Na+apen
Slide 19 - Open question
Schrijf aan elkaar en plaats een koppelteken waar nodig.
Politie+auto
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in.
______ (bodybuilden) hij vorig jaar ook al?
A
bodybuilde
B
bodybuildde
C
bodybuildte
D
bodybuilte
Slide 21 - Quiz
Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in.
Hij _____ (belanden) altijd op leuke feestjes!
A
beland
B
belant
C
belandt
Slide 22 - Quiz
Vul de juiste vervoeging van het werkwoord in.
Deze zomer heeft het elftal _____ (survivallen).
A
gesurvivald
B
versurvivald
C
gesurvivalt
D
gesurvivaldt
Slide 23 - Quiz
Wat voor soort telwoord?
WEINIG leerlingen hadden hun huiswerk gemaakt.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 24 - Quiz
Wat voor soort telwoord?
De LAATSTE les van de dag is altijd de zwaarste.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 25 - Quiz
Wat voor soort telwoord?
Het is vandaag zijn VEERTIENDE verjaardag.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 26 - Quiz
Wat voor soort telwoord?
TWEE PROCENT van de docenten is ziek vandaag.
A
Bepaald hoofdtelwoord
B
Onbepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord
Slide 27 - Quiz
Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden in het Nederlands?
A
Zoals in het Engels
B
Zoals in het Nederlands
Slide 28 - Quiz
Vul in (skypen):
Gisteren ..... mijn opa me.
A
skypede
B
skypde
C
skypete
D
skypte
Slide 29 - Quiz
Vul in (grillen):
Vorige week ..... je de hamburgers ook te lang.
A
grillte
B
grilte
C
grillde
D
grilde
Slide 30 - Quiz
Vul in (deleten):
Hij ..... die foto van ons meteen toen ik het vroeg.
A
deletete
B
deleete
C
deletette
D
deleette
Slide 31 - Quiz
Vul in (daten):
Hebben zij vorig jaar met elkaar .....?
A
gedate
B
gedated
C
gedeet
D
gedatet
Slide 32 - Quiz
Wat nu?
De rest van de les kun je gebruiken om te leren voor de taaltoets.
Slide 33 - Slide
More lessons like this
A2 herhalen Taal 2
March 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
M3 - les 7
October 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 02 - Voegwoorden en werkwoorden in samengestelde zinnen
January 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
De onvoltooid verleden tijd 'peiltoets' en les
February 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 02 - Voegwoorden en werkwoorden in samengestelde zinnen
November 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3: Geld
February 2021
- Lesson with
53 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling trim 1
December 2018
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
week 2: Les 1 - Voegwoorden en werkwoorden in samengestelde zinnen
December 2021
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3