hersentumor

Hersentumor
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hersentumor

Slide 1 - Slide

De hersenen
  • Zeer belangrijk orgaan, het hele lichaam wordt erdoor aangestuurd. 
  • De hersenen zijn zeer kwetsbaar. Het is zacht weefsel waar veel bloedvaten doorheen lopen. 
  • De schedel zorgt voor bescherming van de hersenen. 
  • Als de hersenen beschadigd raken door bijvoorbeeld een bloeding, zuurstofgebrek of een tumor, kan dit verregaande gevolgen hebben voor het functioneren van het lichaam

Slide 2 - Slide

Functie van de hersenen
Verantwoordelijk voor:
- De centrale regulatie van alle organen in het lichaam
- De opname van alle binnenkomende informatie
- De coördinatie van gepaste reacties op binnenkomende prikkels

Bestaan uit verschillende gebieden met eigen functies maar toch een geheel.

Slide 3 - Slide

Grote hersenen (Cerebrum)
De grote hersenen regelen:
  • Alle vrijwillige bewegingen 
  • Het denken en de intelligentie (leren van nieuwe dingen)
  • Het bewustzijn, het geheugen en de persoonlijkheid.

Zij verwerken bovendien alle zintuigelijke informatie van binnen en van buiten het lichaam en zorgen ervoor dat er correct op wordt gereageerd 

Slide 4 - Slide

Grote hersenen (cerebrum)

  • Bestaan uit een linker en een rechter hemisfeer (hersenhelft)
  • Beide helften zijn gescheiden door een diepe spleet
  • Beide helften zijn verbonden door corpus callosum (hersenbalk)
  • Veel vouwingen om meer oppervlak voor zenuwcellen te maken (hersenschors)

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben/gebieden...

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1. Voorhoofdskwab (frontaalkwab)
  • planning
  • organiseren
  • geheugen
  • impulscontrole
  • het oplossen van problemen
  • selectieve aandacht
  • besluitvorming
  • beheersen van gedrag en emoties.

Slide 7 - Slide

2. Wandbeenkwab (pariëtaalkwab)

  • Sensorische informatie; pijn, gevoel warm, koud
  • Ruimtelijke oriëntatie
  •  Centraal: aansturing grove motoriek
  •  Lateraal: Aansturing fijne motorieken en sensoriek, bv handen en  gezicht 
  • Voorkomt stoten. 

Slide 8 - Slide

4. Achterhoofdskwab ( Occipitaal kwab)

  •  Ontvangen en verwerken visuele informatie
  •  helpen bij waarnemen kleuren en vorm.

Slide 9 - Slide

3. Slaapbeenkwab (Temporaal kwab)
  • verwerken auditieve informatie
  • taalbegrip
  • gehoorvermogen
  • geheugen
  • gedrag
  • concentratie
  • visuele waarneming
  • categoriseren van voorwerpen
  • geur- en smaakherkenning.

Slide 10 - Slide

Hersenvliezen 
De hersenvliezen liggen tussen de schedel en de hersenen en lopen door tot aan het einde van het ruggenmerg in de onderrug.

Drie hersenvliezen:
  1. Harde hersenvlies (bestaat uit twee lagen)(dura mater)
  2. Spinnenwebvlies(Arachnoïdea mater)
  3. Zachte hersenvlies (Pia mater)


Slide 11 - Slide

Hersenvliezen
1. Harde hersenvlies
De periostale laag gehecht aan het bot en meningeale laag aan hersenkant 
Tussen deze twee lagen bevinden zich de veneuze holtes (sinussen) die het bloed vanuit de hersenen terugvoeren naar het hart.
2. Spinnenwebvlies
Normaal geen ruimte tussen dit vlies en het harde hersenvlies. Indien hier ruimte ontstaan bijvoorbeeld ten gevolg van trauma noemen we dit subdurale ruimte. (subdurale bloeding ) 
3. Zachte  hersenvlies
Tussen het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies zit wel een bestaande ruimte hierin bevindt zich hersenvocht de zenuwbanen en bloedvaten



Slide 12 - Slide

Het hersenvocht (liquor)
  • Bevindt zich in en om de hersenen
  • Zorgt voor schokdemping en bescherming van de hersenen en het ruggenmerg
  • Transport van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen
  • Bevindt zich niet alleen in de ruimte tussen het spinnenwebvlies en het zachte hersenvlies maar ook in de hersenkamers ( het ventrikelsysteem)


Slide 13 - Slide

De hersenkamers
  • Twee zijventrikels, het derde ventrikel en het vierde ventrikel. In deze holtes wordt het hersenvocht geproduceerd tot wel een halve liter per dag. 
  • Vierde ventrikel zorgt voor de afvoer naar de subarachnoidale ruimte 

Slide 14 - Slide

De hersenstam
Truncus cerebri
  • Verlengde merg
  • De pons 
  • De middenhersenen 

Ontspringen van hersenzenuwen
Basis functies;  ademhaling , hartslag, 
bloeddruk, spijsvertering enz.

Slide 15 - Slide

De hersenstam
De Pons (brug van Varol) 

  • Ligt tussen de middenhersenen en het 
verlengde merg
  • Brug/verbinding 
  • Doorgeven van signalen verbinding
hersenhelften 

Slide 16 - Slide

De hersenzenuwen
  • Hersenzenuwen beginnen in de hersenen zelf: eerste twee vanuit de grote hersenen overige tien vanuit de hersenstam. 
  • Kunnen Motorisch, sensorisch of gemengd zijn.

Slide 17 - Slide

De tussenhersenen (diencephalon)
Liggen tussen de hersenen en de hersenstam en bevatten twee belangrijke controlecentra:

  • De thalamus; is schakelstation voor sensorische zenuwen. Ontvangt, verwerkt en verstuurd.
  • De hypothalamus; controlecentra die lichaamstempratuur, bepaalde gedragingen dorst honger en slaap reguleren. Regelt ook de hormoonuitscheiding van het hersenaanhangsel (hypofyse)

Slide 18 - Slide

De kleine hersenen  (cerebellum)
  • Coördineren houding, bewegingen  en 
motorische vaardigheden via de verbindingen met
de grote hersenen, de hersenstam en het ruggen-
merg. 

Slide 19 - Slide

Het  zenuwstelsel
  • hersenen
  • ruggemerg
  • zenuwen

Slide 20 - Slide

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg
  4. Ruggenmerg naar de hersenen
  5.  De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  6. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  7. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren
  8.  De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 21 - Slide

zenuwstelsel
  • Zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen 
  • Centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en ruggenmerg 
  • De weg van een prikkel tot aan een reactie van de klieren en spieren
  • Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen die van de zintuigen afkomen en regelt de werking van spieren en klieren

Slide 22 - Slide

hersentumor
Gradaties hersentumor
  • Graad 1 tumoren zijn meestal goedaardig en komen bijna alleen bij kinderen voor.
  • Graad 2 tumoren zijn nog vrij goedaardig maar kunnen in verloop van tijd hooggradig worden.
  • Graad 3 hooggradige (agressief) tumor en kan zich ontwikkelen tot graad 4.
  • Graad 4 tumoren zijn zeer kwaadaardig.

Slide 23 - Slide

Soorten tumoren:
- Gliomen
- Ependymoom
- Meningeoom
- Adenoom
- Craneofaryngeoom
- Angioom
- Medulloblastoom
- Pijnappelkliertumor
- Brughoektumor of vestibulair Schwannoom

Slide 24 - Slide

Wat zijn de symptomen van een hersentumor ?

Slide 25 - Slide

Symptomen
Hoofdpijn:
Vaak als een constante of terugkerende pijn, soms met een nieuwe of verschillende aard dan eerdere hoofdpijnen.
Kan verergeren in de ochtend of bij inspanning en gepaard gaan met misselijkheid of braken.
Misselijkheid en braken:
Vooral 's ochtends of na plotselinge bewegingen.

Veranderingen in gezichtsvermogen:
Wazig zicht, dubbelzien, of verlies van gezichtsveld.

Veranderingen in spraak of taal:
Moeite met spreken, begrijpen, of vinden van de juiste woorden.

Motorische problemen:
Spierzwakte, coördinatieproblemen, of ongecontroleerde bewegingen, vaak aan één kant van het lichaam.

Slide 26 - Slide

Veranderingen in gevoel:
Tintelingen of gevoelloosheid in een deel van het lichaam.

Epileptische aanvallen:
Onverklaarbare aanvallen of stuiptrekkingen kunnen optreden, vooral als iemand geen voorgeschiedenis van epilepsie heeft
.
Veranderingen in cognitieve functies:
Problemen met geheugen, concentratie, of denken, en veranderingen in persoonlijkheid of gedrag.

Verlies van evenwicht en coördinatie:
Moeite met lopen, evenwichtsproblemen, of valpartijen.

Hormonale veranderingen:
Afhankelijk van de tumorlocatie kunnen er veranderingen optreden in hormonale balans en lichaamsfuncties.
Verhoogde druk in de schedel:

Kan leiden tot symptomen zoals een gezwollen oogzenuw (papilloedeem) zichtbaar bij een oogonderzoek.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Proces vanaf diagnostisering tot revalidatie
  • Diagnose
  • Weefselonderzoek
  • CT-scan/MRI 
  • Behandeling
  • Neurochirurgie
  • Radiotherapie
  • Chemotherapie 
  • Revalidatie 

Slide 29 - Slide

Actuele wetenschappelijke onderzoeken

  • Protonentherapie
  • Gericht naar tumor toe
  • Patiënt ervaart minder bijwerkingen 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Psychische problemen 
  • Karakter en gedragsveranderingen 
  • Tips voor patiënten
  • Accepteren verandering 
  • voor ogen houden wat wel goed gaat
  • Erover praten 
  • tips voor naasten
  • Rekening houden
  • structuren bieden
  •  Positief blijven 

Slide 32 - Slide

verpleegkundige aandachtspunten

Slide 33 - Slide

casus klinisch redeneren

Slide 34 - Slide

Volgende week
Leukemie

Slide 35 - Slide