This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag
Slide 1 - Slide
Terugblik:
Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik
Slide 2 - Slide
Wat is de omspanningsvermogen van een leidinggevende?
A
Hoe ver hij moet reizen naar zijn werk
B
De hoeveelheid werknemers waaraan hij leiding geeft
C
De hoeveelheid werknemers waaraan hij leiding kan geven
D
Het aantal managers boven zich
Slide 3 - Quiz
Als de spanwijdte groter is dan het omspanningsvermogen, dan...
A
Heeft de manager veel tijd over.
B
Heeft de manager de gelegenheid zijn ondergeschikten beter begeleiden.
C
Kan de manager eigenlijk niet effectief leiding geven.
D
Kan de manager zich met veel details bemoeien.
Slide 4 - Quiz
Aan de slag
Lezen samenvatting 4.2
Keuze:
Gelijk maken van zelftest als je denkt het al aardig te weten.
of
Maken van opdrachten. Horizontale taakverdeling. HSG Bank. Dit kan samen met de docent of je kunt zelf aan de slag.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Leiderschap
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Noem eigenschappen van een goede leider.
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Hoe motiveert een goede docent leerlingen?
Slide 23 - Mind map
Slide 24 - Slide
Welke theorie past beter bij jou?
A
Theorie X
B
Theorie Y
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Welke beschrijving past het beste bij de term 'situationeel leiderschap'?
A
Je kiest de beste leider voor de situatie
B
Je past jouw manier van leidinggeven aan de situatie aan
C
De medewerkers passen zich aan de leiderschapsstijl aan
D
Je past de situatie aan de leiderschapsstijl aan
Slide 28 - Quiz
(2.5) Binnen situationeel leiderschap worden bereidheid en bekwaamheid besproken. Als er sprake is van een hoge bereidheid maar een lage bekwaamheid welke stijl moet er dan worden gekozen door de leider?
A
delegeren
B
ondersteunen
C
coachen
D
leiden
Slide 29 - Quiz
(2.5) Binnen situationeel leiderschap S4 delegeren wordt het volgende van de werknemers verwacht?
A
dat zij opdrachten onder begeleiding doen
B
dat zij zelfstandig aan de slag kunnen
C
dat zij sturing nodig hebben
D
dat zij een lage bereidheid hebben
Slide 30 - Quiz
Aan de slag
Lezen samenvatting 4.2
Keuze:
Gelijk maken van zelftest als je denkt het al aardig te weten.
of
Maken van opdrachten. Leiderschapsstijlen en Situationeel leiderschap. Dit kan samen met de docent of je kunt zelf aan de slag.