2KM H6 lezen les 2

Welkom!



Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H6 lezen blz. 142
  • schrift
  • pen
  • leesboek
  • laptop (dichtlaten!)
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!



Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H6 lezen blz. 142
  • schrift
  • pen
  • leesboek
  • laptop (dichtlaten!)
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen 
  • Lezen
  • Lezen H6: tekst en publiek
  • Zelfstandig werken: LessonUp
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Voor welk publiek?
Tekst en publiek
Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:
  • Het onderwerp
  • Het taalgebruik
  • De bron
  • De lay-out (= opmaak)




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken

Maak de opdracht:
2KM H6 Lezen les 2 in LessonUp

Vragen? Mondkapje op en hand omhoog. 


Klaar?
Ga in LessonUp aan de slag met de herhalingsopdrachten van H3 en H4, werk in Numo of ga lezen in je leesboek. 







timer
1:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4 op blz. 145
Bekijk en lees tekst 6 op blz. 146 in je boek en maak de vragen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

4.1 Wat is het onderwerp van tekst 6?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

4.2 Kijk naar de bron van de tekst. Welk woord herken je in de internetlink?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

4.3 Wat is het doel van deze tekst?
A
De schrijver wil de lezer amuseren.
B
De schrijver wil de lezer informeren.
C
De schrijver wil de lezer zijn mening geven.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

4.4 Wat is het publiek van deze tekst?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

4.5.a Wat betekent dit woord uit de tekst?

mythe (tussenkopje al. 2)
A
redenen waarom je iets doet
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
verhaal dat veel mensen kennen, maar dat niet echt is gebeurd

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

4.5.b Wat betekent dit woord uit de tekst?

historici (al. 2)
A
redenen waarom je iets doet
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
verhaal dat veel mensen kennen, maar dat niet echt is gebeurd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

4.5.c Wat betekent dit woord uit de tekst?

agrariërs (al. 2)
A
redenen waarom je iets doet
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
boeren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

4.5.d Wat betekent dit woord uit de tekst?

motieven (al. 3)
A
redenen waarom je iets doet
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
boeren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

4.5.e Wat betekent dit woord uit de tekst?

onderwijskundigen (al. 3)
A
mensen die veel weten van onderwijs
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
boeren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

4.5.f Wat betekent dit woord uit de tekst?

epidemieën (al. 4)
A
mensen die veel weten van onderwijs
B
mensen die veel weten van geschiedenis
C
situatie waarin veel mensen tegelijk dezelfde ziekte hebben
D
boeren

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

4.6 In de tekst worden drie redenen gegeven waarom we zomervakantie hebben.
Geef hieronder aan:

- wat het onderwerp van elke reden is.
- schrijf achter elke reden in welke alinea de reden staat
- schrijf vervolgens op welke woorden aangeven dat er een reden volgt (bijvoorbeeld ten tweede)

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

4.7 Waarom denken veel mensen dat scholieren tijdens de oogsttijd vakantie hebben?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

4.8 Het stukje tekst in het kader komt uit 1856. Hoeveel weken zomervakantie had men toen? En hoeveel heb jij nu?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 5 op blz. 147
Lees tekst 7 en maak de vragen. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

5.1 Wat is het onderwerp van tekst 7?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

5.2 Wat is het doel van deze tekst?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

5.3.a wat betekent dit woord uit de tekst?
massaal (al. 1)
A
heel bijzondere gebeurtenis
B
plaats waar veel wegen samenkomen
C
met heel veel tegelijk
D
heel interessant

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

5.3.b wat betekent dit woord uit de tekst?
knooppunt (al. 1)
A
heel bijzondere gebeurtenis
B
plaats waar veel wegen samenkomen
C
met heel veel tegelijk
D
heel interessant

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

5.3.c wat betekent dit woord uit de tekst?
fenomeen (al. 2)
A
heel bijzondere gebeurtenis
B
plaats waar veel wegen samenkomen
C
blij
D
heel interessant

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

5.3.d wat betekent dit woord uit de tekst?
fascinerend (al. 2)
A
heel bijzondere gebeurtenis
B
plaats waar veel wegen samenkomen
C
blij
D
heel interessant

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

5.3.e wat betekent dit woord uit de tekst?
verheugd (al. 2)
A
heel bijzondere gebeurtenis
B
plaats waar veel wegen samenkomen
C
blij
D
heel interessant

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

5.4 Noteer het woord dat het tegenovergestelde betekent van frustratie (al. 2).

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

5.5 Welke zin uit tekst 7 past het best bij de foto? Noteer alleen de eerste twee woorden van die zin.

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

5.6 Bij welke alinea van tekst 6 past het best tekst 7?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

5.7 In 1955 waren mensen verheugd over de file. Wat vindt men tegenwoordig van files? Let op: antwoord in een hele zin/hele zinnen.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Klaar? Super!
- Je mag werken in Numo.
- Je mag lezen in je leesboek.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
....
Leren:

Theorie blz. 142
Maken:
2KM H6 Lezen les 2 in LessonUp

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 45 - Slide

This item has no instructions