This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:
lesboek H5 lezen blz. 116
schrift
pen
leesboek
laptop (dichtlaten!)
We starten als de timer op 0:00 staat.
timer
2:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Lesdoelen
Mededelingen
Lezen
Lezen H5: wat je leest
Zelfstandig werken: LessonUp
Huiswerk
Evaluatie les
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik kan de bron van een tekst vinden.
Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.
Ik kan beoordelen of een tekst betrouwbaar is.
Slide 3 - Slide
Mededelingen
Wat moet ik weten?
Slide 4 - Slide
Lezen in stilte
timer
10:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat je leest
Is het waar wat ik lees?
Kijk eerst waar de tekst vandaan komt : de bron. Dat kan een krant, tijdschrift of een website zijn. Een tekst op een serieuze nieuwssite is vaak betrouwbaarder dan een tekst op bijvoorbeeld Facebook.
Let ook op het doel van de tekst. Een schrijver die iets wil verkopen, kun je niet altijd geloven. Hij zal dan alleen de goede dingen vertellen en niet de minder goede.
Slide 7 - Slide
Zelfstandig werken
Maak de opdracht: 2KM H5 Lezen les 2 in LessonUp
Vragen? Mondkapje op en hand omhoog.
Klaar? Ga in LessonUp aan de slag met de herhalingsopdrachten van H3 en H4, werk in Numo of ga lezen in je leesboek.
timer
1:00
Slide 8 - Slide
Opdracht 3 op blz. 119
Bekijk tekst 4 op blz. 119 in je boek en maak de vragen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
1. De inleiding van tekst 4 eindigt met een vraag. Geeft de tabel antwoord op die vraag? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open question
2. Meestal vertelt de Consumentenbond bij elke test wat de Beste Koop is. Dat doet ze om de keuze makkelijker te maken. De Beste Koop is een goed product met een eerlijke prijs. Waarom krijgt AquaFresh Instense White geen beoordeling Beste Koop ook al staat het merk bovenaan?
Slide 13 - Open question
3. Wat is de tegenstelling bij Oral-B 3D white luxe perfection?
Slide 14 - Open question
Opdracht 4 op blz. 119
Bekijk tekst 5 in je boek en maak de vragen.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
4.1 Bekijk tekst 5. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 22 - Open question
4.2 Wat voor soort tekst is tekst 5?
A
Een informatief artikel uit het wetenschappelijke tijdschrift Quest.
B
Een tekst van de website van een fabrikant van robots.
Slide 23 - Quiz
4.3 Is tekst 5 een betrouwbare tekst?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
4.4.a. Wat betekent dit woord uit de tekst? assisteren (al. 2)
A
apparaten die beweging waarnemen
B
helpen
C
maken
D
koppelt
Slide 25 - Quiz
4.4.b. Wat betekent dit woord uit de tekst? complexe (al. 2)
A
apparaten die beweging waarnemen
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
koppelt
Slide 26 - Quiz
4.4.c. Wat betekent dit woord uit de tekst? sensoren (al. 4)
A
apparaten die beweging waarnemen
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
koppelt
Slide 27 - Quiz
4.4.d. Wat betekent dit woord uit de tekst? combineert (al. 5)
A
begrijpen hoe iets echt is
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
koppelt
Slide 28 - Quiz
4.4.d. Wat betekent dit woord uit de tekst? combineert (al. 5)
A
begrijpen hoe iets echt is
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
koppelt
Slide 29 - Quiz
4.4.e. Wat betekent dit woord uit de tekst? doorzien (al. 6)
A
begrijpen hoe iets echt is
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
maken
Slide 30 - Quiz
4.4.f. Wat betekent dit woord uit de tekst? voorkeur (al. 6)
A
begrijpen hoe iets echt is
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
maken
Slide 31 - Quiz
4.4.f. Wat betekent dit woord uit de tekst? creëren (al. 6)
A
begrijpen hoe iets echt is
B
eerste keus
C
ingewikkelde
D
maken
Slide 32 - Quiz
4.5 Wat is volgens alinea 2 het verschil tussen de robots van nu en de sociale robots die eraan komen?
Slide 33 - Open question
4.6 Wanneer is een robot sociaal (al. 3)?
Slide 34 - Open question
4,7 Waarom staat het woord 'gevoelige' boven alinea 3 tussen aanhalingstekens?
A
Deze robots kunnen niet echt voelen
B
In deze robots zit gevoelige apparatuur
Slide 35 - Quiz
4.8 Vul de namen van de drie ‘gevoelige’ robots in. Zet achter elke naam wat voor soort robot het is.
Slide 36 - Open question
4.9 Waarom zoeken wetenschappers naar de juiste samenstelling van sensoren en software (al. 4)?
Slide 37 - Open question
4.10 In alinea 5 wordt opgesomd wat Pepper kan. Hoeveel dingen zijn dat?
Slide 38 - Open question
4.11 'Je kunt niet zeggen dat een robot gevoelens heeft’, zegt hoogleraar Vanessa Evers (al. 6).
Is dat een feit of een mening? Leg je antwoord uit.
Slide 39 - Open question
4.12 Wat is het verschil tussen de huidige sociale robot en de ideale sociale robot (al. 6)?
Slide 40 - Open question
4.13 De laatste zin van de tekst zegt heel iets anders over sociale robots dan de titel. Toch passen beide zinnen bij het onderwerp. Leg uit waarom.
Slide 41 - Open question
Klaar? Super!
- Extra oefening? Maak dan opdracht 5 op blz. 121 van je boek. - Je mag werken in Numo. - Je mag lezen in je leesboek.
Slide 42 - Slide
Huiswerk
.... Leren:
Theorie blz. 116
Maken:
2KM H5 Lezen les 2 in LessonUp
Slide 43 - Slide
Lesdoelen
Ik kan de bron van een tekst vinden.
Ik kan zien of een tekst bedoeld is om te overtuigen of te informeren.