BOC-LA03-De Show-Les 03
1 / 13
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welk onderdeel van werkwoordspelling verleden tijd vinden jullie nog lastig?
Slide 3 - Mind map
En welk onderdeel vinden jullie makkelijk?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Vervoeg de volgende werkwoorden in de voltooide tijd.
Ik heb (antwoorden)
Dat is (schoonmaken)
Wij zijn (schrikken)
Zij heeft (boeken)
Zij heeft (lopen)
Dat is (bestellen)
Ik heb (antwoorden)
Dat is (schoonmaken)
Wij zijn (schrikken)
Zij heeft (boeken)
Zij heeft (lopen)
Dat is (bestellen)
Slide 6 - Open question
Wat valt je op?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bij de volgende zinnen is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Schrijf deze vorm juist op.
a. Het (verbreden) fietspad is nu veel veiliger.
b. De opnieuw (inrichten) kamer zag er mooi uit.
c. De (verontrusten) ouders stonden maar te wachten.
d. De (beantwoorden) brief kwam helaas te laat.
a. Het (verbreden) fietspad is nu veel veiliger.
b. De opnieuw (inrichten) kamer zag er mooi uit.
c. De (verontrusten) ouders stonden maar te wachten.
d. De (beantwoorden) brief kwam helaas te laat.
