Les 10 - unidad 5

Lesdoel:

-Leren vertalen (huiswerk)
-Luisteren 
-Vocabulaire oefenen 


1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesdoel:

-Leren vertalen (huiswerk)
-Luisteren 
-Vocabulaire oefenen 


Slide 1 - Slide

Huiswerk- Vertaal naar het Spaans
1. Hoeveel kosten de korte broek en de spijkerbroek?
2. De jurk is lang en blauw.
3. De trui is goedkoop.
4. De huizen zijn duur.
5. De handschoenen zijn mooi.
6. Het cadeau is voor jou.
7. De t-shirt is voor mijn moeder.
8. Het zwembad is blauw en de tuin is groen.


Slide 2 - Slide

Vocabulaire? Getallen? 
Sandalias-
Demasiado -
Sabes decir? 89 35 90 87 00 
¿Cuánto cuesta? 200 euros, 300 euros, 
400 euros, 2000 euros,
3000 mil euros.


Slide 3 - Slide

Demonstrativos (ese, esos, este , estos, esta, esas)


¿Hoe duur is het ? 

Chaquetas (in je handen)
Chaquetas (veraf)
Pantalones (in je handen)
Pantalones (veraf)

Slide 4 - Slide

Oefenen voor de toets! -video
1.¿Wie is Miguel? A of B
2.¿Wie is Monica? A of B

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Escuchar 

Slide 7 - Slide

1. ¿Tiene esta, pero más pequeña? No. Más pequeña no. Lo siento, tenemos esta. 
2. Oiga, que es eso? ¿Esto? Nada, unos regalos para mi familia. 
3. ¿Cuánto vale este anorak? 100 euros. Uf, es demasiado caro. 
4. Perdone, ¿dónde hay comics? En esta planta, en la librería.
5. Me gustan estos pantalones. Pues, a mí no mucho. 
6. Me llevo estas gafas.  Son muy bonitas. 

Slide 8 - Slide

Practicar 
IBOOK Les 10 en Quizlet

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Leren voor de 2 toets!

Slide 10 - Slide