De student kan de eigenschappen die schuim beïnvloeden benoemen.
De student kan de verschillende bereidingsmethoden van schuim benoemen.
De student kan het opslaan van eiwit en het vasthouden van lucht verklaren.
De student weet het basisrecept voor schuim, en kan de functie van de grondstoffen benoemen.
De student kan het gebruikersdoel van de verschillende soorten schuim benoemen.