This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Leerdoelen BS 1 en 2:
Je leert:
de bouw en de functie van bloemen.
hoe bestuiving in zijn werk gaat
De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren
Deze is bij veel bloemen opvallend gekleurd.
Waarom is dit denk je?
Zijn de mannelijke voortplantinsorganen van de plant.
Ze bestaan uit: helmdraad en helmknop.
De helmknop bestaat uit helmhokjes
In de helmhokjes ontstaat stuifmeel.
Stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels
Dit zijn de manneljke geslachtscellen van een plant.
Zijn de vrouwelijke voortplantingsorganen van de plant.
Sommige planten hebben 1 stamper, anderen hebben er meerdere.
Bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel.
In het vruchtbeginsel bevinden zich 1 of meerdere zaadbeginsels.
In een zaadbeginsel ontstaat één eicel
Dit is de vrouwelijke geslachtcel van een plant.
In iedere eicel zit een kern.
Bestuiving:
Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.
Dit kan alleen als de stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloem.
Er zijn 2 manieren van bestuiving:
via insecten
via de wind
Insectenbloemen:
De insecten zorgen voor de bestuiving.
Hebben grote, opvallende bladeren.
Windbloemen:
De wind zorgt voor bestuiving.
Vaak klein en onopvallend gekleurd